Rb. Rotterdam, 12-08-2009, nr. 307687 / HA ZA 08-1298
ECLI:NL:RBROT:2009:BK3801
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
12-08-2009
- Zaaknummer
307687 / HA ZA 08-1298
- LJN
BK3801
- Roepnaam
HZCP/Veritas NL
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2009:BK3801, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 12‑08‑2009; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6274, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 12‑08‑2009
Inhoudsindicatie
Internationale handelskoop. Voor invoer in Angola is goedkeuring van de goederen door Bureau Veritas vereist. Niet verkoper HZPC, maar haar koper in Angola is voor het verkrijgen van die goedkeuring verantwoordelijk. Koper verzoekt Bureau Vertitas om inspectie vóór inlading van de goederen in zeeschip in Nederland waarop Bureau Veritas verkoper HZPC benadert, maar de betreffende mededeling van de inspectrieafspraak van HZPC aan Veritas NL blijft onbeantwoord en inspectie blijft uit. Bij eerdere verkopen heeft Veritas NL de inspectieafspraak ook niet bevestigd, maar heeft toen wel de inspectie uitgevoerd. Onrechtmatige daad van Veritas NL jegens HZPC? Neen, want zonder de bevestiging van Veritas NL mocht HZPC er niet op vertrouwen dat deze tot inspectie zou overgaan. Tussen Veritas NL en HZPC was niet een zodanige verhouding ontstaan dat Veritas NL haar gedragingen diende af te stemmen op de belangen van HZPC.
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 307687 / HA ZA 08-1298
Uitspraak: 12 augustus 2009
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HZPC HOLLAND B.V.,
gevestigd te Joure,
eiseres,
advocaat mr. J. Kneppelhout,
- tegen -
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BUREAU VERITAS-INSPECTION-VALUATION ASSESSMENT AND CONTROL-BIVAC B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. J.W. de Haij.
Partijen worden hierna aangeduid als "HZPC" respectievelijk "Veritas NL".
1. Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- de dagvaarding d.d. 16 mei 2008 met 11 producties;
- de conclusie van antwoord, met 4 producties;
- het tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 23 juli 2008, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de brief d.d. 25 november 2008 zijdens Veritas NL;
- de brief d.d. 26 november 2008 zijdens HZPC;
- het naar aanleiding van die brieven aangepaste proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 5 november 2008, alsmede de daarin als in het geding gebracht genoemde brief van mr. Kneppelhout d.d. 23 oktober 2008 met als bijlagen een brief van 22 oktober 2008 en 6 producties.
2. De vaststaande feiten
2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties waarop beroep is gedaan, staat tussen partijen - voor zover voor deze beoordeling van belang - het volgende vast.
2.2
HZPC exporteert partijen pootaardappelen naar afnemers in Angola.
De regering van Angola vereist inspectie van die partijen pootaardappelen door een door haar erkend inspectiebureau, zoals Bureau Veritas te Parijs (hierna: BV), bij gebreke waarvan deze door de douane in Angola niet worden toegelaten. Veritas NL maakt deel uit van de organisatie van BV.
Ten behoeve van zodanige inspecties sluit de betreffende afnemer van de partij pootaardappelen in Angola met de lokale agent van BV een overeenkomst voor het verrichten van de inspectie. Door BV wordt vervolgens aan Veritas NL opdracht gegeven om de betreffende partij pootaardappelen te gaan inspecteren vóór inlading daarvan in het zeeschip in Nederland.
2.3
Op 27 april 2007 heeft BV, naar aanleiding van een verzoek van de betreffende afnemer van HZPC van een partij pootaardappelen in Angola, per telefax een “request for inspection” en een “note to exporters” aan HZPC gezonden. Op de “note to exporters” staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“EXPORT TO ANGOLA […]
Our company is mandated by the Authorities of Angola to carry out the inspection of goods before shipment. We have to check: the quality and quantity of the goods, the price, the customs value and classification, the eligibility of import.
[…]
INSPECTION
1) Documents to send us as soon as possible – ideally 5 days before the requested date of inspection
• the request for inspection fully filled in attached form
• the pro-forma invoice
[…]
ISSUANCE OF THE REPORT OF FINDINGS (ADV – Atestado De Verifição)
• As soon as the inspection has been carried out with satisfactory results, you will receive from us an Advice Note requesting final documents.
[…]
Your contacts in Bureau Veritas:
- Inspection request – labellized invoice
[email] [telefoonnummer]
[faxnummer]
[adres]
- Final documentation
[email 2]
[fax 2]
[adres 2]
Op het “request for inspection” staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“3 EXPORTER: HZPC HOLLAND B.V.
[..]
YOUR EXPORT TO: ANGOLA
YOUR PRO FORMA INVOICE: 45009/12804 DATE: 02/04/2007
[…]
5 IMPORTER: RODRIGUES E AMARAL 7 VALIDITY DATE: 15/10/2007
[…]
9 IMPORTANT – PLEASE READ CAREFULLY
This inspection is conducted on behalf of the government of the importing country. BUREAU VERITAS/BIVAC will report to the government the quality, quantity and value in order to establish a Custom value for duly purposes.
[…]”
Dat “request for inspection” bevat nog in te vullen vakjes onder meer betreffende de te inspecteren goederen en de gewenste plaats en datum van inspectie.
2.4
Er heeft geen inspectie van de betreffende partij pootaardappelen door of vanwege BV of Veritas NL plaatsgevonden vóór verscheping ervan naar Angola.
2.5
Op 23 mei 2007 is het schip met de partij pootaardappelen vanuit Vlissingen vertrokken naar Angola. In Angola werd de partij pootaardappelen niet toegelaten, omdat geen inspectiecertificaat kon worden overgelegd aan de douane.
2.6
Op 13 juni 2007 heeft het kantoor van BV te Angola alsnog de partij pootaardappelen gekeurd, waarna deze in Angola is toegelaten.
3. De vordering
3.1
HZPC vordert - verkort weergegeven - dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Veritas NL zal veroordelen om aan haar te betalen een bedrag van € 86.295,94, alsmede een bedrag van € 98.055,56 en een bedrag van € 4.000,-, een en ander vermeerderd met rente en kosten.
HZPC legt - eveneens verkort weergegeven - de volgende stellingen aan haar vorderingen ten grondslag.
3.2
Gedurende een reeks van jaren bestond tussen HZPC en Veritas NL een vaste praktijk dat BV naar aanleiding van opdracht tot inspectie van een afnemer van HZPC in Angola aan HZPC een gedeeltelijk ingevuld “request for inspection” deed toekomen, dat HZPC dat formulier verder invulde met onder meer de gewenste plaats en datum van de inspectie, dat ingevulde formulier toezond aan Veritas NL en dat laatstgenoemde vervolgens de inspectie uitvoerde.
Naar aanleiding van het “request for inspection” van 27 april 2007 heeft HZPC in het formulier ingevuld dat de betreffende inspecti[bedrijf]2007 bij [bedrijf] te Vlissingen (hierna: [bedrijf]) diende plaats te vinden en heeft HZPC het formulier op 11 mei 2007 per telefax aan Veritas NL gezonden. De “message confirmation” van het faxapparaat van HZPC geeft aan dat het faxbericht op 11 mei 2007 om 10.12 uur bij Veritas NL is aangekomen.
Door op 16 mei 2007 die inspectie niet bij [bedrijf] uit te voeren heeft Vertas NL - gelet ook op de bestaande praktijk tussen partijen - jegens HZPC een onrechtmatige daad gepleegd.
Tussen Veritas NL en HZPC bestaat geen contractuele relatie, maar door de vaste praktijk is een zodanige buitencontractuele samenwerking ontstaan dat Veritas NL de belangen van HZPC dient te ontzien door haar gedrag mede door die belangen te laten bepalen.
3.3
Tengevolge van die onrechtmatige daad heeft HZPC de volgende schade geleden.
HZPC had de reis van de partij pootaardappelen per zeeschip van Vlissingen naar Angola bevracht. Doordat de Angolese autoriteiten weigerden de partij pootaardappelen toe te laten in Angola heeft het schip aldaar moeten wachten totdat alsnog inspectie ervan had plaats gevonden. Daardoor is HZPC als bevrachter voor kosten van oponthoud (“demurrage”) jegens de zeevervoerder aansprakelijk geworden tot het beloop van € 98.055,56.
HZPC heeft de partij pootaardappelen alsnog op haar kosten in Angola moeten laten inspecteren en aan de autoriteiten aldaar steekpenningen moeten betalen om ervoor te zorgen dat deze in Angola werd toegelaten. Een en ander heeft HZPC in totaal € 86.295,94 gekost.
HZPC maakt aanspraak op vergoeding van de wettelijke handelsrente vanaf het moment van betaling van de betreffende kosten tot aan het moment van daadwerkelijke betaling door Veritas NL.
3.4
HZPC maakt aanspraak op buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 4.000,-.
4. Het verweer
4.1
De conclusie van Veritas NL strekt tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van HZPC in de kosten van het geding. Veritas NL voert daartoe - verkort weergegeven - het volgende aan.
4.2
Veritas NL heeft niet in opdracht van HZPC gehandeld. De opdracht tot het uitvoeren van de inspectie is gegeven door de betreffende afnemer van de partij pootaardappelen in Angola aan de lokale agent van BV aldaar. Veritas NL heeft het faxbericht van HZPC van 11 mei 2007 met het ingevulde “request to inspection” niet ontvangen, althans is dat in de administratie van Veritas NL niet terug te vinden.
HZPC mocht er niet op vertrouwen dat Veritas NL de verzochte inspectie zou uitvoeren, omdat zij van Veritas NL na het verzenden van het faxbericht van 11 mei 2007 niets had vernomen.
4.3
Het is de verantwoordelijkheid van HZPC als exporteur om zich ervan te vergewissen dat aan alle voorschriften van het land van bestemming, Angola, is voldaan. Tot die voorschriften behoort het inspectiecertificaat. De gevolgen van het ontbreken van dat certificaat komen voor rekening van HZPC als exporteur, of voor die van de importeur, maar niet voor rekening van Veritas NL.
4.4
Veritas NL betwist de verschuldigdheid en de omvang van de gestelde schadeposten en buitengerechtelijke kosten.
5. De beoordeling
5.1
Tussen partijen is niet in geschil dat tussen hen geen overeenkomst geldt. HZPC legt aan haar vorderingen een gestelde onrechtmatige daad van Veritas NL ten grondslag.
5.2
Bij de beoordeling van de vordering neemt de rechtbank de volgende tussen partijen vaststaande feiten en omstandigheden in aanmerking.
Het is de verantwoordelijkheid van de betreffende in Angola gevestigde afnemer van HZPC van de partij pootaardappelen om ten genoegen van de autoriteiten aldaar te zorgen voor een goedkeurend inspectierapport van BV. De betreffende afnemer gaf telkens, ook in het onderhavige geval, aan de lokale agent van BV opdracht tot het verrichten van de door de Angolese autoriteiten voorgeschreven inspectie. Die opdracht werd doorgegeven aan BV. BV verzocht vervolgens aan Veritas NL om de betreffende partij pootaardappelen te gaan inspecteren vóór inlading daarvan in het zeeschip in Nederland. BV stuurde aan HZPC een “note to exporters” en “request for inspection”. HZPC stuurde de door haar verder ingevulde “request for inspection” met daarin de beschrijving van de goederen en opgave van de gewenste datum en plaats van de inspectie. Daarop verrichtte Veritas NL de inspectie, behalve in het onderhavige geval.
5.3
Al aangenomen dat Veritas NL het faxbericht van 11 mei 2007 van HZPC met de ingevulde “request for inspection” op die datum heeft ontvangen – HZPC dient die ontvangst wegens de betwisting door Veritas NL te bewijzen – dan is daarmee een onrechtmatige daad van Veritas NL jegens HZPC nog niet gegeven. Immers, anders dan HZPC betoogt, vormde de toezending door BV aan HZPC op 27 april 2007 van de “note to exporters” en de “request for inspection” niet anders dan een voortvloeisel uit de aan BV dan wel haar lokale agent in Angola gegeven opdracht. Door die toezending ontstond voor Veritas NL geen (bijzondere zorgvuldigheids)verbintenis jegens HZPC. Zodanige verplichting zou eerst voor Veritas NL ontstaan wanneer zij aan HZPC zou hebben medegedeeld dat zij gevolg zou geven aan de door deze op 11 mei 2007 aan haar toegezonden ingevulde “request for inspection” met het verzoek om op 16 mei 2007 de voorziene inspectie bij [bedrijf] uit te voeren. Gesteld noch gebleken is dat Veritas NL zodanige reactie op het faxbericht van 11 mei 2007 aan HZPC heeft gegeven. Evenmin is gesteld of gebleken dat Veritas NL op 16 mei 2007 bij [bedrijf] is verschenen. Onder deze omstandigheden bracht de in het maatschappelijk verkeer door Veritas NL jegens HZPC in acht te nemen zorgvuldigheid niet zonder meer mee dat Veritas NL op 16 mei 2007 de voorziene inspectie diende uit te voeren. Onder deze omstandigheden mocht HZPC er ook niet op vertrouwen dat Veritas NL de inspectie op 16 mei 2007 zou uitvoeren.
5.4
Hetgeen in rov. 5.3 is overwogen wordt niet anders indien zou komen vast te staan dat Veritas NL bij gelegenheid van een of meer eerdere inspecties (ook) niet heeft gereageerd op de door HZPC aan haar toegezonden ingevulde “request for inspection”, maar wel de voorziene inspectie heeft uitgevoerd. Ook onder die omstandigheden mocht HZPC er zonder reactie vanwege Veritas NL op het faxbericht van 11 mei 2007 niet op vertrouwen dat Veritas NL de inspectie op 16 mei 2007 zou uitvoeren.
5.5.1
HZPC voert voorts aan dat door de vaste praktijk tussen haar en Veritas NL een zodanige buitencontractuele feitelijke samenwerking is ontstaan dat Veritas NL de belangen van HZPC diende te ontzien door haar gedrag mede door die belangen te laten bepalen. Door de inspectie op 16 mei 2007 niet uit te voeren heeft Veritas NL de belangen van HZPC veronachtzaamd en is zij uit dien hoofde uit onrechtmatige daad aansprakelijk. Daarover overweegt de rechtbank het volgende.
5.5.2
De maatstaf voor zodanige door HZPC gestelde onrechtmatige daad ontleent de rechtbank aan Hoge Raad, 24-09-2004, C03/101HR, LJN AO9069 – Vleesmeesters, rov. 3.4:
Wanneer iemand zich contractueel heeft gebonden, waardoor de contractverhouding waarbij hij partij is in het rechtsverkeer een schakel is gaan vormen waarmee de belangen van derden, die aan dit verkeer deelnemen, in allerlei vormen kunnen worden verbonden, staat het hem niet onder alle omstandigheden vrij de belangen te verwaarlozen die derden bij de behoorlijke nakoming van het contract kunnen hebben (vgl. HR 3 mei 1946, NJ 1946, 323). Indien de belangen van een derde zo nauw zijn betrokken bij de behoorlijke uitvoering van de overeenkomst dat hij schade of ander nadeel kan lijden als een contractant in die uitvoering tekortschiet, kunnen de normen van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, meebrengen dat die contractant deze belangen dient te ontzien door zijn gedrag mede door die belangen te laten bepalen. Bij de beantwoording van de vraag of deze normen zulks meebrengen, zal de rechter de terzake dienende omstandigheden van het geval in zijn beoordeling dienen te betrekken, zoals de hoedanigheid van alle betrokken partijen, de aard en strekking van de desbetreffende overeenkomst, de wijze waarop de belangen van de derde daarbij zijn betrokken, de vraag of deze betrokkenheid voor de contractant kenbaar was, de vraag of de derde erop mocht vertrouwen dat zijn belangen zouden worden ontzien, de vraag in hoeverre het voor de contractant bezwaarlijk was met de belangen van de derde rekening te houden, de aard en omvang van het nadeel dat voor de derde dreigt en de vraag of van hem kon worden gevergd dat hij zich daartegen had ingedekt, alsmede de redelijkheid van een eventueel aan de derde aangeboden schadeloosstelling.
5.5.3
De enkele wanprestatie van Veritas NL jegens haar opdrachtgever brengt zonder meer geen onrechtmatige daad jegens HZPC, een derde mee. Om tot de door HZPC bedoelde onrechtmatige daad te kunnen concluderen dienen ten miste te komen vast staan (a) een zo nauwe betrokkenheid van HZPC bij de behoorlijke uitvoering door Veritas NL van dier contractuele verbintenis dat HZPC schade of ander nadeel kan lijden als Veritas NL in die uitvoering tekortschiet, (b) tekortschieten door Veritas NL in de nakoming van haar contractuele verbintenis en (c) omstandigheden als door de Hoge Raad bedoeld.
Kennelijk bestaat geen contractsband tussen Veritas NL en de betreffende afnemer van HZPC in Angola.
5.5.4
Gesteld noch gebleken is dat Veritas NL in haar verhouding tot BV wanprestatie heeft gepleegd door de verlangde inspectie niet (op 16 mei 2007) uit te voeren. Evenmin is gesteld of gebleken dat Veritas NL met BV of dier agent in Angola te vereenzelvigen valt. Daarom komt de rechtbank niet toe aan de vraag of het feit dat Veritas NL de verlangde inspectie niet (op 16 mei 2007) heeft uitgevoerd wanprestatie oplevert van BV dan wel van dier agent in Angola jegens dier opdrachtgever in Angola. Ook indien zodanig niet verrichten van de verlangde inspectie wanprestatie jegens de opdrachtgever in Angola zou opleveren, brengt zodanige wanprestatie van BV of dier agent in Angola nog geen wanprestatie van Veritas NL ten opzichte van die opdrachtgever in Angola, immers in die relatie een derde, mee.
5.5.5
Daarom kan de stelling dat Veritas NL wegens wanprestatie ten opzichte van haar contractspartij een onrechtmatige daad ten opzichte van HZPC heeft gepleegd de vordering niet dragen.
5.6
Op het vorenstaande stuiten de vorderingen af.
5.7
De rechtbank zal HZPC als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordelen.
6. De beslissing
De rechtbank,
wijst de vorderingen af;
veroordeelt HZPC in de aan de zijde van Veritas NL gevallen proceskosten, tot aan deze uitspraak bepaald op € 4.145,- aan vast recht en op € 2.842,- aan salaris voor de advocaat.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.P. Sprenger.
Uitgesproken in het openbaar.
1182/1928