NJB 2016/1508
Vermoeden dat aanwezigheid tijdens reguliere arbeidsuren op een werkplek betekent dat de betrokkene ook daadwerkelijk op geld waardeerbare arbeid heeft verricht. Boete. Bewijslast
CRvB 28-06-2016, ECLI:NL:CRVB:2016:3024
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
28 juni 2016
- Magistraten
Mrs. Korte, Schut, Van de Ven
- Zaaknummer
14/5616 WWB
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Sociale zekerheid boeten en maatregelen (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Sociale zekerheid bijstand / Algemeen
Sociale zekerheid bijstand / Algemene bijstand
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2016:3024, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 28‑06‑2016
- Wetingang
(art. 18a lid 1 WWB; art. 6 EVRM)
Essentie
Vermoeden dat aanwezigheid tijdens reguliere arbeidsuren op een werkplek betekent dat de betrokkene ook daadwerkelijk op geld waardeerbare arbeid heeft verricht. Boete. Bewijslast
Uitspraak
(…)
Overwegingen
4.8.
Ingevolge artikel 18a, eerste lid, van de WWB, onderdeel van de Wet aanscherping en handhaving sanctiebeleid SZW-wetgeving (Wet aanscherping) en in werking getreden per 1 januari 2013, legt het college een bestuurlijke boete op van ten hoogste het benadelingsbedrag wegens het niet of niet behoorlijk nakomen door de belanghebbende van de verplichting, bedoeld in artikel 17, eerste lid, of de verplichtingen, bedoeld in artikel 30c, tweede ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.