NJ 2014/392
Voorwaardelijk opzet op poging doodslag. Beroep op noodweerexces toereikend verworpen.
HR 27-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1234, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 mei 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/04014
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Noot
J.M. Reijntjes
- JCDI
JCDI:ADS127915:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1234, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑05‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:428, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2013
- Wetingang
Art. 41 lid 2, 45, 287 Sr
Essentie
Het hof heeft onder meer vastgesteld dat de verdachte meermalen met een koevoet hard op het hoofd van A heeft geslagen. Dat het hof daaruit heeft afgeleid dat de kans dat A door deze gedragingen zou kunnen komen te overlijden aanmerkelijk is en dat de verdachte die kans blijkens haar gedragingen kennelijk bewust heeft aanvaard zodat zij op zijn minst voorwaardelijk opzet op de dood van die A heeft gehad, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is evenmin onbegrijpelijk. 2. Het middel klaagt over de verwerping door het Hof van het beroep op noodweerexces. Het hof heeft HR ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.