RN 2014/72
Bestuurdersaansprakelijkheid. Welke maatstaf geldt voor persoonlijk ernstig verwijt bij benadeling crediteuren door niet-bestuurder?
HR 23-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1204
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
13/02497
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- JCDI
JCDI:ADS918481:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1204, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:332, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑04‑2013
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid. Faillissement.
Welke maatstaf geldt voor persoonlijk ernstig verwijt bij benadeling crediteuren door niet-bestuurder?
Samenvatting
Bouwbedrijf BV is failliet. Vlak voor het faillissement heeft X, enig bestuurder van de moedermaatschappij van Bouwbedrijf BV, ten laste van Bouwbedrijf BV grote sommen betaald aan de moedermaatschappij; andere schuldeisers van Bouwbedrijf BV werden onbetaald gelaten. De curator van Bouwbedrijf BV spreekt X aan wegens onrechtmatige daad op de grond dat X heeft meegewerkt aan benadeling van schuldeisers van Bouwbedrijf BV.
HR: In het onderhavige geval vordert de curator schadevergoeding wegens onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) op de grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.