Einde inhoudsopgave
Wet gewetensbezwaren militaire dienst
Artikel 35
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
03-10-2018, Stb. 2019, 160 (uitgifte: 25-04-2019, kamerstukken: 34764)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-05-2019, Stb. 2019, 234 (uitgifte: 28-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Het beroep wordt zo spoedig mogelijk behandeld. De voorzitter van de in artikel 33, tweede lid, bedoelde kamer bepaalt de dag van behandeling.
2.
De gestrafte wordt ten minste zes dagen voor de behandeling van het beroep door de griffier opgeroepen. Daarbij wordt de gestrafte opmerkzaam gemaakt op de bevoegdheid zich door een raadsman te doen bijstaan, alsmede op het recht op kennisneming van de processtukken. Indien de gestrafte niet verschijnt en de rechtbank de aanwezigheid van de gestrafte noodzakelijk acht, kan zij de behandeling van het beroep voor bepaalde tijd uitstellen en de oproeping van de gestrafte gelasten. Verschijnt deze ten dienende dage wederom niet, dan kan de rechtbank het beroep vervallen verklaren.