Familierecht. Voogdij.

Documentgegevens:

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 26 maart 2010
Zaaknummer: 09/03142
LJN: BL2226
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Staatsrecht / Rechtspraak
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2010:BL2226, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL2226, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2010
Wetingang: Art. 3 IVRK; art. 12 IVRK; art. 809 Rv; art. 81 RO

Essentie

Uit de relatie van verweerder in cassatie onder, de vader (verweerder in

cassatie onder 2), en de moeder is de dochter geboren. De moeder was alleen

belast met het gezag. De vader heeft na het overlijden van de moeder

ingestemd met benoeming van Stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht (verweerster

in cassatie onder 3) als voogd en plaatsing van de dochter in een

pleeggezin. Op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming (verweerder in

cassatie onder 1) heeft de rechtbank Utrecht de dochter bij beschikking

uitvoerbaar bij voorraad onder voorlopige voogdij van de stichting geplaatst

en de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.