Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa
Article 21
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1982
- Bronpublicatie:
19-09-1979, Trb. 1980, 60 (uitgifte: 06-05-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-1982
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-1982, Trb. 1982, 28 (uitgifte: 11-03-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
1.
Iedere Staat kan bij de ondertekening of bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, het gebied of de gebieden aanwijzen waarop dit Verdrag van toepassing is.
2.
Iedere Verdragsluitende Partij kan bij de nederlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding of op elk later tijdstip, door middel van een aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa gerichte verklaring de toepassing van dit Verdrag uitbreiden tot ieder ander in de verklaring aangewezen gebied waarvan zij de internationale betrekkingen behartigt of ten behoeve waarvan zij bevoegd is verbintenissen aan te gaan.
3.
Elke overeenkomstig het vorige lid afgelegde verklaring kan, met betrekking tot ieder in die verklaring aangewezen gebied, worden ingetrokken door middel van een aan de Secretaris-Generaal gerichte kennisgeving. De intrekking wordt van kracht op de eerste dag van de maand, volgend op een periode van zes maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de Secretaris-Generaal.