Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake de handel in burgerluchtvaartuigen
Artikel 4 Aankopen in opdracht van de Overheid, verplichte contracten inzake onderaanneming en overredingspogingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1980
- Bronpublicatie:
12-04-1979, Trb. 1980, 128 (uitgifte: 08-08-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1980
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-04-1979, Trb. 1980, 128 (uitgifte: 08-08-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
4.1.
De kopers van burgerluchtvaartuigen dienen hun leveranciers vrij te kunnen kiezen op grond van commerciële en technologische overwegingen.
4.2.
De Ondertekenaars zullen de luchtvaartmaatschappijen, fabrikanten van luchtvaartuigen of andere bij de aankoop van burgerluchtvaartuigen betrokken partijen niet verplichten, noch onredelijke druk op hen uitoefenen, om burgerluchtvaartuigen van bepaalde oorsprong aan te kopen, waardoor discriminatie zou ontstaan ten opzichte van de leveranciers van een Ondertekenaar.
4.3.
De Ondertekenaars komen overeen dat de aankoop van onder deze Overeenkomst vallende produkten uitsluitend op concurrentieoverwegingen met betrekking tot prijs, kwaliteit en leveringstermijn gebaseerd mag zijn. Een Ondertekenaar kan evenwel ten aanzien van de goedkeuring of toewijzing van opdrachten met betrekking tot produkten die onder de Overeenkomst vallen, verlangen dat zijn daartoe gerechtigde ondernemingen concurrerend kunnen mededingen op even gunstige voorwaarden als die welke aan daartoe gerechtigde ondernemingen van andere Ondertekenaars worden toegestaan1.).
4.4.
De Ondertekenaars komen overeen, zich te onthouden van overredingspogingen van welke aard ook ten aanzien van de verkoop of de aankoop van burgerluchtvaartuigen van bepaalde oorsprong, die zouden leiden tot discriminatie ten nadele van leveranciers van enige Ondertekenaar.
Voetnoten
Het gebruik van de uitdrukking ‘kunnen mededingen op even gunstige voorwaarden’ betekent niet dat het aantal contracten dat aan de daartoe gerechtigde ondernemingen van een Ondertekenaar wordt toegewezen, de overeenkomstige ondernemingen van andere Ondertekenaars recht geeft op een zelfde aantal contracten.