NJB 2016/2124
Motivering toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging art. 14j lid 1 Sr: in casu wegens het ontbreken van deze motivering wijst de Hoge Raad de zaak terug naar het hof
HR 08-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2525
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 november 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/06110
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2525, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1083, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2016
- Wetingang
(art. 14j Sr)
Essentie
Motivering toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging art. 14j lid 1 Sr: in casu wegens het ontbreken van deze motivering wijst de Hoge Raad de zaak terug naar het hof
Uitspraak
Inleiding:
Het middel klaagt dat het hof de toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging onvoldoende heeft gemotiveerd.
Hoge Raad, o.a.:
2.2.
Het Hof heeft ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging het volgende beslist:
‘Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Arnhem van, parketnummer 05-700660-11, te weten van: gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden.’
Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.