JWB 2016/95
Huur, woonruimte, oneerlijke beding, ambtshalve toetsing, Europees recht
HR 26-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:340
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 februari 2016
- Zaaknummer
15/01425
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:340, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2703, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑03‑2015
- Wetingang
Richtlijn oneerlijke bedingen (93/13/EEG), art. 6:104 BW
Essentie
Huur, woonruimte, oneerlijke beding, ambtshalve toetsing, Europees recht
Samenvatting
Casus
De eiser tot cassatie huurt een huis van de verweerster in cassatie. De verweerster in cassatie is ene professioneel opererende partij. Op de huurovereenkomst zijn de algemene huurvoorwaarden van de verweerster in cassatie van toepassing. Ingevolge deze voorwaarden is de huurder verboden zonder een toestemming van de verhuurster het gehuurde geheel of gedeeltelijk onder te verhuren of aan derden in gebruik te geven. Tevens bepalen de huurvoorwaarden dat bij het schenden van deze voorwaarden de huurder een onmiddellijk opeisbare boete van EUR 125,00 per kalenderdag dient te betalen. Twee ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.