V-N 2020/28.4
Schenkbelasting volgens A-G geen onderdeel verkrijgingsprijs aanmerkelijk belang
HR (Parket) 28-04-2020, ECLI:NL:PHR:2020:428, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
28 april 2020
- Zaaknummer
19/04234
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS203887:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:883, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:428, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑04‑2020
- Wetingang
art. 4.21 Wet IB 2001
Essentie
A-G Niessen is van mening dat de grond voor de schenkbelasting niet is gelegen in hetgeen wordt geschonken, maar in de omstandigheid dat de begiftigde iets om niet verkrijgt.
Samenvatting
X is aandeelhouder van K bv en heeft de aandelen van zijn vader geschonken gekregen, ter zake waarvan hij ongeveer € 360.000 schenkbelasting heeft voldaan. In geschil is of de betaalde schenkbelasting tot de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang behoort. Volgens de inspecteur en Rechtbank Gelderland maakt de schenkbelasting geen deel uit van de verkrijgingsprijs. De belanghebbende heeft sprongcassatie ingesteld.
Naar de opvatting van A-G Niessen geeft de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.