V-N 2016/50.16
Het btw-vervaardigingsbegrip kent voor onroerende zaken geen andere maatstaf dan voor roerende zaken; orthopedische aanpassingen aan confectieschoenen leiden tot nieuw vervaardigde schoenen
HR 23-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2137, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 september 2016
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Punt, Van Loon, Van Hilten
- Zaaknummer
15/01732
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924568:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Omzetbelasting / Tarief
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2137, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2340, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑04‑2015
- Wetingang
art. 35 Wet OB 1968 Tabel I letter A; art. 16 Wet OB 1968 Tabel I letter B
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de aanpassing van confectieschoenen leidt tot de vervaardiging en oplevering van nieuwe goederen, te weten orthopedisch schoeisel. Deze diensten vallen dus onder het verlaagde btw-tarief.
Samenvatting
Belanghebbende is gespecialiseerd in orthopedisch schoeisel. Naast de verkoop van orthopedische en semi-orthopedische schoenen, houdt zij zich bezig met het op medisch voorschrift aanpassen van door klanten ter beschikking gestelde confectieschoenen om deze geschikt te maken voor personen met een orthopedische aandoening. De confectieschoenen worden door de klanten zelf in specifieke (speciaal) zaken gekocht en aan belanghebbende ter beschikking gesteld voor het aanbrengen van de aanpassingen. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.