NJB 2015/461:Oud-vaderlands zakelijk recht. Recht van de dertiende penning. In 1984 is bij wet bepaald dat het uit de Middeleeuwen stammende ‘recht van de dertiende penning’ per 1 januari 2015 vervalt. In 2009 worden twee percelen grond verkocht waarop een dergelijk recht rust. Om betaling van de dertiende penning te ontlopen komen partijen daarbij overeen dat weliswaar de economische eigendom aan de kopers wordt overgedragen en een erfpachtsrecht ten behoeve van de kopers wordt gevestigd, maar dat de juridische eigendom pas na 1 januari 2015 aan de kopers zal worden overgedragen. HR: 1. Ontstaan van de schuld. Het oordeel van het hof dat de dertiende penning eerst bij de eigendomsovergang is verschuldigd, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. 2. Misbruik van recht. Het onderdeel dat opkomt tegen het oordeel van het hof dat de gevolgde weg om betaling van de dertiende penning te ontlopen, geen misbruik van recht oplevert, is ongegrond