JAR 2014/162
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Loonaanspraak bij ziekte; verval loonaanspraak bij weigering passende arbeid i.g.v. gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid; art. 7:629 lid 3, aanhef en onder c, BW; algeheel verval loonaanspraak? De prejudiciële vraag of art. 7:629 lid 3, aanhef en onder c, BW meebrengt dat in de daar geschetste situatie (te weten dat de werknemer, hoewel hij daartoe in staat is, zonder deugdelijke grond passende arbeid als bedoeld in art. 7:658a lid 4 BW voor de werkgever of voor een door de werkgever aangewezen derde, niet verricht) de aanspraak op loon geheel komt te vervallen, moet aldus worden beantwoord dat in het in art. 7:629 lid 3, aanhef en onder c, BW bedoelde geval de aanspraak op het in art. 7:629 lid 1 BW bedoelde loon geheel komt te vervallen, derhalve ook over het deel van de werktijd waarvoor de werknemer arbeidsongeschikt is.
HR 06-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1341
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 juni 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/00370
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verplichtingen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1341, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:301, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑03‑2014
- Wetingang
Art. 7:629, 7:658a BW; art. 392 Rv
Essentie
In deze zaak wordt op de voet van art. 392 Rv door de kantonrechter aan de Hoge Raad de prejudiciële vraag gesteld of art. 7:629 lid 3, aanhef en onder c, BW meebrengt dat in de daar geschetste situatie de aanspraak op loon geheel komt te vervallen, derhalve ook over het deel van de werktijd waarvoor de werknemer (nog) arbeidsongeschikt is.
Bij de beantwoording van deze vraag wordt het volgende vooropgesteld. Ingevolge de art. 7:627 en 628 BW heeft de werknemer geen recht op loon voor de tijd gedurende welke hij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.