NJB 2011, 1041
HR, 26-04-2011, nr. 09/03329 J
HR 26-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9872
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 april 2011
- Magistraten
Mrs. Koster, De Savornin Lohman, Van Schendel, Splinter-van Kan en Loth
- Zaaknummer
09/03329 J
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BO9872
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO9872, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO9872, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2010
- Wetingang
Essentie
Art. 6 lid 2 Sv beoogt met gelijktijdige vervolging te bewerkstelligen dat de zaken tegen dezelfde rechter worden behandeld. Maar dat oogmerk kan niet bereikt worden als vier meerderjarigen en een persoon samen een feit plegen, terwijl die laatste moet worden berecht door de kinderrechter met diens bijzondere rechtsregels die niet gelden voor de gewone strafrechter. Daarom is er ook geen reden om in zo’n geval de kinderrechter in de rechtbank waar de meerderjarige verdachten worden vervolgd, bevoegd te maken en niet (ook) de kinderrechter van de woonplaats van de jeugdige
Uitspraak
De verdachte werd in hoger ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.