Beoordeling beslissing minister, overbrenging

Documentgegevens:

HR 11-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9630

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 11 maart 2011
Zaaknummer: 10/03604
LJN: BO9630
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2011:BO9630, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO9630, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑07‑2010
Wetingang: Art. 6 EVRM; art. 5 EVRM; art. 14 EVRM; art. 26 BuPo-verdrag; WOTS

Essentie

Samenvatting

Casus

veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens moord, poging tot moord, bedreiging met geweld en belaging. Overeenkomstig de Nederlandse regeling inzake voorwaardelijke invrijheidsstelling kan de eiser tot cassatie na omekomst van tweederde van zijn gevangenisstraf voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld. Overeenkomstig de Belgische regeling kan dit reeds na omekomst van eenderde deel van de gevangenisstraf. De eiser tot cassatie heeft de minister van Justitie verzocht voor de tenuitvoerlegging van zijn straf naar België te worden overgebracht. De minister heeft dit verzoek geweigerd.

De eiser tot cassatie heeft de verweerder in cassatie, de Staat der ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.