NJB 2014/2281
Overschrijding redelijke termijn ingeval krachtens art. 366 Sv een verstekmededeling dient te worden betekend: daarvan kan sprake zijn indien het Openbaar Ministerie bij die betekening niet de nodige voortvarendheid heeft betracht. Hoge Raad zet uiteen bij welke vormen van betekening van de verstekmededeling binnen een jaar in elk geval geen sprake is van zodanige vertraging
HR 02-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3475
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 december 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/05280
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3475, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2212, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2014
- Wetingang
Essentie
Overschrijding redelijke termijn ingeval krachtens art. 366 Sv een verstekmededeling dient te worden betekend: daarvan kan sprake zijn indien het Openbaar Ministerie bij die betekening niet de nodige voortvarendheid heeft betracht. Hoge Raad zet uiteen bij welke vormen van betekening van de verstekmededeling binnen een jaar in elk geval geen sprake is van zodanige vertraging
Uitspraak
Inleiding:
Het middel klaagt dat na de uitspraak van ’s hofs bij verstek gewezen arrest van 26 oktober 2005 de redelijke termijn als bedoeld in art. 6 lid 1 EVRM is overschreden.
Hoge Raad, onder meer:
3.2.
Van overschrijding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.