RFR 2015/108
Wet Bopz. Hoever gaat de taak van de burgemeester bij het afgeven en tenuitvoerleggen van een last tot inbewaringstelling? Prejudiciële vragen aan Hoge Raad.
Hof Amsterdam 17-02-2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:479
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
17 februari 2015
- Magistraten
Mrs. A.N. van de Beek, M. Wigleven, W.K. van Duren
- Zaaknummer
200.137.822/ 01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921858:1
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2016:3840, Uitspraak, Hof Amsterdam, 20‑09‑2016
ECLI:NL:GHAMS:2015:1906, Uitspraak, Hof Amsterdam, 19‑05‑2015
ECLI:NL:GHAMS:2015:479, Uitspraak, Hof Amsterdam, 17‑02‑2015
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Prejudiciële vraag inbewaringstelling. Schadevergoeding.
Hoever gaat de taak van de burgemeester bij het afgeven en tenuitvoerleggen van een last tot inbewaringstelling? Welke termijn moet worden verstaan onder ‘immediately after the arrest’ uit het Varbanov-arrest ? Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.
Samenvatting
Betrokkene werd – ten behoeve van het afgeven van een last tot inbewaringstelling (verder ibs) – onderzocht door een arts die geen psychiater is. Vervolgens heeft de burgemeester – ruim 2 uur na dat onderzoek – de last tot ibs verleend. Pas 41 uur na deze last werd betrokkene onderzocht door een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.