Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 74 Tier 2-aanvullend vermogen — Overzicht van eigenvermogensbestanddelen
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2015
- Bronpublicatie:
10-10-2014, PbEU 2015, L 12 (uitgifte: 17-01-2015, regelingnummer: 2015/35)
- Inwerkingtreding
18-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-10-2014, PbEU 2015, L 12 (uitgifte: 17-01-2015, regelingnummer: 2015/35)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Onverminderd artikel 96 van Richtlijn 2009/138/EG, worden de volgende aanvullendvermogensbestanddelen geacht in hoge mate de in artikel 93, lid 1, onder b), van Richtlijn 2009/138/EG genoemde kenmerken te bezitten, rekening houdend met de elementen die in artikel 93, lid 2, van die richtlijn worden vermeld, en worden ingedeeld in Tier 2 indien de volgende bestanddelen alle in artikel 75 genoemde kenmerken bezitten:
- (a)
niet-gestort en niet-opgevraagd gewoon aandelenkapitaal, op verzoek opvraagbaar;
- (b)
niet-gestort en niet-opgevraagd beginkapitaal, bijdragen van leden of het daaraan gelijk te stellen kernvermogensbestanddeel voor onderlinge waarborgmaatschappijen of onderlinge verzekeringsmaatschappijen, op verzoek opvraagbaar;
- (c)
niet-gestorte en niet-opgevraagde preferente aandelen, op verzoek opvraagbaar;
- (d)
een juridisch bindende verplichting om op verzoek in te schrijven op en te betalen voor achtergestelde verplichtingen;
- (e)
kredietbrieven en garanties die door een onafhankelijke trustee ten behoeve van schuldeisers uit hoofde van verzekering in trust worden gehouden en afgegeven zijn door kredietinstellingen waaraan overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2013/36/EU vergunning is verleend;
- (f)
kredietbrieven en garanties, mits de bestanddelen op verzoek opvraagbaar zijn en niet zijn bezwaard;
- (g)
suppletiebijdragen die onderlinge waarborgmaatschappijen of onderlinge verzekeringsmaatschappijen van reders met variabele premies die uitsluitend de in branches 6, 12 en 17 van deel A van de bijlage I genoemde risico's verzekeren, van hun leden kunnen eisen binnen de volgende twaalf maanden;
- (h)
suppletiebijdragen die onderlinge waarborgmaatschappijen of onderlinge verzekeringsmaatschappijen binnen de eerstvolgende twaalf maanden van hun leden kunnen eisen, mits deze op verzoek opvraagbaar zijn en niet zijn bezwaard;
- (i)
overige juridisch bindende verplichtingen die door de verzekerings- of herverzekeringsonderneming zijn ontvangen, mits het bestanddeel op verzoek opvraagbaar is en niet is bezwaard.