Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 79 Goedkeuring van de beoordeling en de indeling van eigenvermogensbestanddelen door de toezichthoudende autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2015
- Bronpublicatie:
10-10-2014, PbEU 2015, L 12 (uitgifte: 17-01-2015, regelingnummer: 2015/35)
- Inwerkingtreding
18-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-10-2014, PbEU 2015, L 12 (uitgifte: 17-01-2015, regelingnummer: 2015/35)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Onverminderd artikel 90 van Richtlijn 2009/138/EG beschouwen verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, wanneer een eigenvermogensbestanddeel niet is opgenomen in het overzicht van eigenvermogensbestanddelen dat in de artikelen 69, 72, 74, 76 en 78 is vervat, dat bestanddeel uitsluitend als eigen vermogen indien de beoordeling en indeling van het bestanddeel door de toezichthoudende autoriteit is goedgekeurd.
2.
Bij de goedkeuring van de beoordeling en indeling van eigenvermogensbestanddelen die niet zijn opgenomen in het overzicht van eigenvermogensbestanddelen dat in de artikelen 69, 72, 74, 76 en 78 is vervat, onderzoekt de toezichthoudende autoriteit, op grond van door de verzekerings- of herverzekeringsonderneming ingediende documenten, het volgende:
- (a)
wanneer de onderneming om goedkeuring verzoekt voor indeling in Tier 1, gaat zij na of het kernvermogensbestanddeel in hoge mate de in artikel 93, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 2009/138/EG genoemde kenmerken bezit, rekening houdende met de elementen die in artikel 93, lid 2, van die richtlijn worden vermeld;
- (b)
wanneer de onderneming om goedkeuring verzoekt voor indeling in Tier 2-kernvermogen, gaat zij na of het kernvermogensbestanddeel in hoge mate de in artikel 93, lid 1, onder b), van Richtlijn 2009/138/EG genoemde kenmerken bezit, rekening houdende met de elementen die in artikel 93, lid 2, van die richtlijn worden vermeld;
- (c)
wanneer de onderneming om goedkeuring verzoekt voor indeling in Tier 2-aanvullend vermogen, gaat zij na of het aanvullendvermogensbestanddeel in hoge mate de in artikel 93, lid 1, onder b), van Richtlijn 2009/138/EG genoemde kenmerken bezit, rekening houdende met de elementen die in artikel 93, lid 2, van die richtlijn worden vermeld;
- (d)
wanneer de onderneming om goedkeuring verzoekt voor indeling in Tier 3-kernvermogen, gaat zij na of het kernvermogensbestanddeel de in artikel 93, lid 1, onder b), van Richtlijn 2009/138/EG genoemde kenmerken bezit, rekening houdende met de elementen die in artikel 93, lid 2, van die richtlijn worden vermeld;
- (e)
zij gaat na of de contractuele voorwaarden van het eigenvermogensbestanddeel in alle relevante rechtsgebieden in rechte afdwingbaar zijn;
- (f)
zij gaat na of het eigenvermogensbestanddeel volledig is gestort.
3.
Kernvermogensbestanddelen die niet in het overzicht van eigenvermogensbestanddelen zijn opgenomen dat in de artikelen 69, 72 en 76 is vervat, worden slechts in Tier 1-kernvermogen ingedeeld indien zij volledig zijn gestort.
4.
De opneming van eigenvermogensbestanddelen die overeenkomstig dit artikel door de toezichthoudende autoriteiten is goedgekeurd, is onderworpen aan kwantitatieve grenzen als bepaald in artikel 82.