Gst. 2017/177
Uitzondering op het uitgangspunt dat privaatrechtelijk verhaal van opsporingskosten een onaanvaardbare doorkruising van het publiekrecht oplevert.
HR 14-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:221, m.nt. P.J. Huisman
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 februari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, G. Snijders, G. de Groot en V. van den Brink
- Zaaknummer
14/03452
- Noot
P.J. Huisman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS174365:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:221, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:959, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑08‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:629, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑12‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑09‑2015
- Wetingang
(Art. 6:162 BW; art. 188 Sr)
Essentie
Uitzondering op het uitgangspunt dat privaatrechtelijk verhaal van opsporingskosten een onaanvaardbare doorkruising van het publiekrecht oplevert.
Samenvatting
Het middel stelt de vraag aan de orde of de politie jegens degene die is veroordeeld ter zake van ‘aangifte of klacht doen dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is’ (art. 188 Sr), op grond van onrechtmatige daad als bedoeld in art. 6:162 BW verhaal heeft voor de kosten die zij als gevolg van de aangifte heeft moeten maken.
Het gaat hier om kosten die de politie maakt ter uitvoering van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.