RvdW 2010, 20
Toepasselijke regels voor afdoening ad informandum feiten bij gemachtigde raadsman.
HR 08-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BK0949
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 december 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.F. Groos
- Zaaknummer
08/03165
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BK0949
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BK0949, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑12‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BK0949, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑10‑2009
- Wetingang
Essentie
Als de verdachte niet, maar een gemachtigde raadsman wel ter zitting is verschenen, gelden voor wat betreft de erkenning door de verdachte van ad informandum gevoegde feiten de regels die toepasselijk zijn in het geval dat de verdachte zelf niet ter terechtzitting is verschenen. De aard van de afdoening van ad informandum gevoegde feiten verzet zich tegen een dergelijke afdoening indien de gemachtigde raadsman ter terechtzitting bezwaar maakt tegen die afdoening.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, Enkelvoudige Kamer, van 19 juni 2008, nummer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.