Rb. Rotterdam, 19-07-2021, nr. C/10/622037 / KG ZA 21-608
ECLI:NL:RBROT:2021:7125
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
19-07-2021
- Zaaknummer
C/10/622037 / KG ZA 21-608
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2021:7125, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 19‑07‑2021; (Kort geding)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2021:2313, Niet ontvankelijk
Uitspraak 19‑07‑2021
Inhoudsindicatie
Kort geding. Uitleg dictum kort geding vonnis over opheffing beslagen. Aanwijzing andere deurwaarder, nu deurwaarder zowel betrokken is bij bewijs- als (de opheffing van) afgiftebeslag.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/622037 / KG ZA 21-608
Vonnis in kort geding van 19 juli 2021
in de zaak van
de vennootschap naar vreemd recht
HANWHA SOLUTIONS CORPORATION,
gevestigd te Seoel, Republiek Korea,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. F.W.E. Eijsvogels te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LONGI (NETHERLANDS) TRADING B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaten mrs. A.M.E. Verschuur, J.M. Boelens en B.W. Wijnstekers te Amsterdam.
Partijen worden hierna Hanwha en LONGi Nederland genoemd.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de dagvaarding van 15 juli 2021,
- -
de akte overlegging producties van Hanwha, met producties 1 tot en met 5,
- -
de conclusie van eis in reconventie, met producties 1 tot en met 7,
- -
het faxbericht van 16 juli 2021 van [naam] , gerechtsdeurwaarder, aan de voorzieningenrechter, dat ter zitting aan partijen is verstrekt,
- -
de mondelinge behandeling, gehouden op 16 juli 2021,
- -
de pleitnota van Hanwha,
- -
de pleitnota van LONGi Nederland.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
Hanwha en LONGi Nederland maken onderdeel uit van concerns die zich onder meer toeleggen op de productie en verkoop van zonnepanelen.
2.2.
Hanwha houdt in een aantal landen octrooi op een techniek die wordt gebruikt bij de vervaardiging van zonnepanelen.
2.3.
Bij beschikking van 1 juni 2021 (rekestnummer KG RK 21-499) heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank aan Hanwha verlof verleend om ten laste van LONGi Nederland conservatoir bewijsbeslag en conservatoir beslag tot afgifte van zonnepanelen te leggen. Deze beschikking is op verzoek van Hanwha gewijzigd bij beschikking van 11 juni 2021 (rekestnummer KG RK 21-560, hierna: de beschikking). In de beschikking staat, voor zover van belang, vermeld:
“(…)
3.13.
bepaalt dat het bewijsbeslag en het beslag tot afgifte onder gerekwestreerde en onder de in het verzoekschrift genoemde derde kan worden gelegd c.q. gedaan op de navolgende locaties:
[adres 1] en
[adres 2] (adres [naam bedrijf] ),
voor zover de zaken bij de derde voor gerekwestreerde worden gehouden en/of de derde over in het verzoekschrift onder 123 vermelde bescheiden en/of digitale bestanden en/of gegevensdragers beschikt.
Het beslag strekt zich tevens uit tot de zich op of nabij de eerstgenoemde locatie bevindende voertuigen die bij gerekwestreerde in gebruik zijn en kan tevens worden gelegd op enige andere locatie in Nederland ten aanzien waarvan tijdens de beslaglegging concrete aanwijzingen worden gevonden dat in beslag te nemen zaken door gerekwestreerde, door de in het verzoekschrift genoemde derde of door (een) derde(n) voor gerekwestreerde worden gehouden. Beslag op zaken die zich onder derden bevinden mag slechts worden gelegd binnen de grenzen van artikel 461d Rv. Die laatste voorwaarde is niet van toepassing op de in het verzoekschrift genoemde derde;
(…)”
2.4.
Op verzoek van Hanwha heeft [naam] (hierna: [naam] ), gerechtsdeurwaarder, op 16 juni 2021 ten laste van LONGi Nederland conservatoir bewijs- en afgiftebeslag onder [naam bedrijf] (hierna: [naam bedrijf] ) gelegd.
2.5.
Vervolgens heeft LONGi Nederland in kort geding opheffing van de beslagen gevorderd. Bij vonnis van 9 juli 2021 (hierna: het vonnis) heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank, voor zover van belang, overwogen en beslist:
“(…)
5.14.
Daarbij komt het volgende. Het beslag onder LONGi Nederland zelf heeft geen doel getroffen. Het beslag onder bewaarnemer [naam bedrijf] wel. Niet in geding is immers dat [naam bedrijf] dié zonnepanelen voor LONGi Nederland houdt. Ter zitting is echter gebleken dat er ook nog (circa) 372.000 zonnepanelen zijn beslagen die zich niet bij [naam bedrijf] in de opslag bevinden maar elders in de haven in Rotterdam, of mogelijk zich (zelfs) nog bevinden in schepen. Verlof is verleend om beslag te mogen op de locaties, en onder de voorwaarden, als geciteerd in rov. 2.4. (in dit vonnis 2.3, opm. vzr) De deurwaarder was ter zitting (deels) aanwezig en hij heeft desgevraagd verklaard dat zijns inziens onder het beslag ook vallen de goederen die LONGi Nederland uit hoofde van een reeds bestaande rechtsverhouding zal verkrijgen van een derde. De voorzieningenrechter onderschrijft dat standpunt niet. Het gaat hier niet om een conservatoir verhaalsbeslag (dat ook toekomstige vorderingen kan treffen die voortvloeien uit een reeds bestaande rechtsverhouding). Het gaat hier om een conservatoir beslag tot afgifte. Het beslagverlof is blijkens de tekst daarvan beperkt tot de goederen “in Nederland ten aanzien waarvan tijdens de beslaglegging concrete aanwijzingen worden gevonden dat in beslag te nemen zaken door gerekwestreerde of door (een) derde(n) voor gerekwestreerde worden gehouden.” De voorzieningenrechter heeft ter zitting aan Hanwha gevraagd waarom zij mag menen dat het (bij de zonnepanelen die zijn beslagen buiten de locatie van [naam bedrijf] ) gaat om zonnepanelen die door of voor LONGi Nederland worden gehouden. Hanwha ging ervan uit dat het beslag slechts was gelegd op de panelen op de locatie van [naam bedrijf] (en in de daar aanwezige vrachtwagens, die ook in het beslagverlof zijn vermeld). Bij gebreke van concrete aanwijzingen dat het gaat om zonnepanelen die door of voor LONGi Nederland worden gehouden, zal besloten worden tot opheffing van het beslag van de zonnepanelen buiten de locatie van [naam bedrijf] .
5.15.
Ter voorkoming van executieproblemen zal de voorzieningenrechter (ook) beslissen dat zij zelf het beslag opheft, indien en voorzover, en zodra, ten genoege van de deurwaarder is aangetoond dat de desbetreffende lading bestemd is voor een land waarin Hanwha niet het octrooi houdt. Hetzelfde zal beslist worden voor de zonnepanelen die (mogelijk) zijn beslagen buiten de locatie van [naam bedrijf] .
(…)
6.2.
wijst de vordering tot opheffing van het conservatoir afgiftebeslag deels toe, als volgt:
- gelast Hanwha tot onmiddellijke vrijgave van de beslagen zonnepanelen, indien en voor zover LONGi Nederland aan de deurwaarder vervoers- en verkoopdocumenten toont waaruit blijkt dat de bestemming van de desbetreffende lading zonnepanelen is gelegen in een land waar Hanwha niet de houder van het octrooi is of stelt te zijn en heft in zoverre het beslag alsdan terstond op,
- heft het beslag terstond op ten aanzien van de zonnepanelen die zich bevinden buiten de locatie van [naam bedrijf] op het adres [adres 2] en buiten de zich daar ten tijde van de beslaglegging bevindende vrachtwagens,
(…)”
2.6.
Bij e-mail van 12 juli 2021 heeft de advocaat van Hanwha aan de advocaat van LONGi Nederland medegedeeld:
“De beslagleggend deurwaarder informeerde mij vandaag dat het derdenbeslag tot afgifte zich niet slechts uitstrekt tot producten die zich op de opslaglocatie van [naam bedrijf] aan de [adres 2] bevonden, maar zich tevens uitstrekt tot de overige opslaglocaties van [naam bedrijf] op de Maasvlakte (vgl. ook r.o. 3.13 van het verlof d.d.11 juni 2021). Dat [naam bedrijf] beschikt over dergelijke andere opslaglocaties (d.w.z. anders dan die op de [adres 2] ) was mij niet bekend, en ik ga ervan uit dat dit ook niet bekend was aan de voorzieningenrechter.
Het lijkt mij evident dat r.o. 5.14 van het vonnis d.d. 9 juli jl. geen betrekking heeft op dergelijke andere opslaglocaties van [naam bedrijf] . Hanwha meent dan ook dat r.o. 6.2, 2e gedachtestreepje van het dictum niet zo mag worden gelezen dat het gelegde beslag op de andere opslaglocaties van [naam bedrijf] thans zou zijn opgeheven. Ik verzoek u vriendelijk mij die lezing uiterlijk morgenmiddag 12.00 uur te bevestigen, bij gebreke waarvan ik de voorzieningenrechter zal aanzoeken teneinde die bevestiging te krijgen.”
2.7.
Bij e-mail van 13 juli 2021 heeft de advocaat van LONGi Nederland aan de advocaat van Hanwha bericht dat zowel het dictum als het verlof duidelijk zijn en dat daarmee geen aanleiding bestaat om de lezing van Hanwha te onderschrijven.
3. Het geschil
in conventie
3.1.
Hanwha vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
1. beslist dat de passage in punt 6.2. van het vonnis:
“- heft het beslag terstond op ten aanzien van de zonnepanelen die zich bevinden buiten de locatie van [naam bedrijf] op het adres [adres 2] en buiten de zich daar ten tijde van de beslaglegging bevindende vrachtwagens,”
aldus dient te worden gelezen dat het beslag ten aanzien van de zonnepanelen die zich tijdens de beslaglegging reeds in andere [naam bedrijf] -opslaglocaties bevonden dan in de opslaglocatie op het adres [adres 2] , niet is opgeheven,
2. subsidiair, voor het geval de vordering onder 1. niet toewijsbaar is, beslist dat het beslag ten aanzien van de zonnepanelen die zich tijdens de beslaglegging reeds in andere [naam bedrijf] -opslaglocaties bevonden dan in de opslaglocatie op het adres [adres 2] , niet is opgeheven,
3. meer subsidiair: een voorziening treft die zij in de omstandigheden van de onderhavige zaak passend acht,
4. kosten rechtens.
3.2.
LONGi Nederland voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van Hanwha in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.
in reconventie
3.4.
LONGi Nederland vordert – verkort weergegeven – dat de voorzieningenrechter bij vonnis, volledig uitvoerbaar bij voorraad en op alle dagen en uren:
- 1.
een andere gerechtsdeurwaarder dan (van het kantoor van) Gerechtsdeurwaarder [naam] aanwijst ter vervulling van de opdracht zoals neergelegd in r.o. 6.2., eerste gedachtestreepje van het vonnis,
- 2.
verduidelijkt op welke wijze de documenten (zoals gedefinieerd in alinea 32 van de conclusie van eis in reconventie) aan de (aan te wijzen) gerechtsdeurwaarder moeten worden getoond in dier voege dat:
a. LONGi Nederland slechts vervoers- en verkoopdocumenten hoeft te tonen en niet te overhandigen/versturen in de vorm van/vergelijkbaar met de bij productie 7 overgelegde commercial invoice en delivery notice,
b. de documenten in zodanige mate mogen worden gemarkeerd en geanonimiseerd dat uit voornoemde documenten uitsluitend het land van bestemming en informatie ter zake van de identificatie van de betreffende zonnepanelen (container- of pallet- (of een vergelijkbaar) nummer, hoeveelheid en een invoicenummer) blijken, zonder dat een naam van de ontvanger of het exacte adres hoeft te worden getoond en dat overige bedrijfsgevoelige informatie (waaronder prijzen) evenmin hoeft te worden getoond,
3. bepaalt dat voor de ten aanzien van de onder het afgiftebeslag vallende zaken waarvan nog geen eindbestemming bekend is, slechts aan de (aan te wijzen) gerechtsdeurwaarder bewijs hoeft te worden getoond in de vorm van een door LONGi Nederland op te stellen verklaring (zonder vermelding van onnodige bedrijfsvertrouwelijke informatie, zoals afnemers) dat de betreffende zonnepanelen zullen worden vervoerd naar een land (als eindbestemming zal) waar het Europees octrooi EP 2 220 689 niet geldt,
4. Hanwha veroordeelt in de kosten van de procedure, te vermeerderen met nakosten en wettelijke rente.
3.5.
Hanwha voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van LONGi Nederland n de proceskosten.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
4.1.
Hanwha vraagt in dit kort geding om verduidelijking van het dictum van het vonnis. Dat kan, anders dan LONGi Nederland stelt, nu duidelijk is dat het dictum in de praktijk van de executie tot verschil van inzicht leidt.
Vooropgesteld wordt dat een dictum van een vonnis moet worden uitgelegd in het licht van en met inachtneming van de overwegingen die tot de beslissing hebben geleid.
4.2.
Het eerdere kort geding tussen partijen heeft zich, waar het ging om de vraag welke panelen onder het gelegde afgiftebeslag vielen, toegespitst op de vraag of daaronder ook zonnepanelen vielen die ten tijde van de beslaglegging niet op de locatie van [naam bedrijf] lagen. Er waren kennelijk behoorlijke aantallen panelen beslagen die zich bevonden onder anderen dan [naam bedrijf] (of LONGi Nederland). De vraag deed zich dus voor of deze anderen niet in het verzoekschrift genoemde derden waren die deze panelen ten tijde van de beslaglegging hielden voor LONGi Nederland, een en ander als bedoeld in de beschikking. Gelet op het gebrek aan concrete informatie heeft de voorzieningenrechter beslist dat dit onvoldoende was gebleken, zodat deze panelen niet onder het afgiftebeslag vielen.
Daar niet bekend was en ter zitting ook door geen van partijen aan de orde is gesteld dat [naam bedrijf] over opslaglocaties beschikt anders dan aan de [adres 2] deed de vraag of het beslag zich wel uitstrekte tot de panelen op die andere opslaglocaties van [naam bedrijf] zich niet voor. Louter om duidelijk te maken dat het om de locatie van [naam bedrijf] ging, is het adres van [naam bedrijf] in het dictum opgenomen. Gelet op de inhoud van het beslagrekest en de beschikking is evenwel evident dat panelen die zich ten tijde van de beslaglegging op de andere locaties van [naam bedrijf] bevonden en die [naam bedrijf] aldaar hield voor LONGi Nederland onder het afgiftebeslag vielen. Tegen die achtergrond en gelet op het partijdebat en de onbekendheid met het feit dat [naam bedrijf] over meerdere locaties beschikt(e), dient onderdeel 6.2., tweede gedachtestreepje van het vonnis aldus te worden verstaan dat daaronder ook de andere locaties van [naam bedrijf] vallen, zodat het afgiftebeslag op de zonnepanelen die [naam bedrijf] hield voor LONGi Nederland en die zich ten tijde van de beslaglegging in andere [naam bedrijf] -opslaglocaties bevonden dan in de opslaglocatie op het adres [adres 2], niet is opgeheven,
4.3.
Gelet op het vorenstaande wordt de vordering onder 1. toegewezen als na te melden. Daarbij wordt de postcode van de locatie van [naam bedrijf] aan de [adres 2] gecorrigeerd.
in reconventie
4.4.
LONGi Nederland heeft haar bezwaren geuit tegen de betrokkenheid van [naam] als deurwaarder in het kader van de vrijgave van de beslagen zonnepanelen ten gevolge van de gedeeltelijke opheffing. De problemen die genoemd worden komen enerzijds voort uit de uitzonderlijke situatie dat aan de gedeeltelijke opheffing van het beslag en de praktische vrijgave van de betrokken zonnepanelen de voorwaarde is gesteld dat LONGi Nederland aan de deurwaarder vervoers- en verkoopdocumenten toont en anderzijds uit het feit dat [naam] in het bewijsbeslag de betrokken deurwaarder is en uit dien hoofde beschikt over (voorlopig) geheim te houden informatie. Dat brengt een nauwelijks oplosbare spagaat met zich.
4.5.
Mede in aanmerking nemend het verhandelde ter zitting zal tegen die achtergrond de vordering onder 1. worden toegewezen als na te melden, waarbij de voorzieningenrechter overweegt dat de procedure zal zijn zoals ter zitting toegelicht: de commercial invoice en delivery notice (of vergelijkbare documenten) worden getoond (niet: in kopie verstrekt) aan de hierna te noemen deurwaarder. Deze beziet of de documenten volstaan in het licht van dit vonnis en dat van 9 juli 2021 en in het bevestigende geval geeft hij dat door aan [naam] , die dan zorgdraagt voor de vrijgave. Het ligt in de rede dat beide deurwaarders van een en ander proces-verbaal opmaken. Ter voorkoming van misverstand: [naam] blijft voor het overige de verantwoordelijke deurwaarder, ook voor het bewijsbeslag, doch als de nieuwe deurwaarder de stukken voldoende acht dient [naam] van dat oordeel uit te gaan.
4.6.
Mede gelet op de locaties van [naam bedrijf] wordt ter vervulling van de opdracht zoals neergelegd in 6.2., eerste gedachtestreepje van het vonnis het kantoor [naam kantoor] ( [adres 3] ) als deurwaarder aangewezen. Deze is, zonder dat hem de details zijn medegedeeld, daartoe bereid gevonden.
4.7.
De vordering onder 2. wordt toegewezen, in die zin dat LONGi Nederland slechts de commercial invoice en delivery notice (of vergelijkbare documenten) aan de nieuwe deurwaarder als bedoeld in 4.6. hoeft te tonen, doch daarop dient in vergelijking tot productie 7 iets meer zichtbaar te blijven, en wel als volgt. De documenten mogen in zodanige mate worden gemarkeerd en geanonimiseerd dat de naam van de klant en informatie over de prijzen (“payment terms”, “unit price” en “amount”) niet hoeven te worden getoond. Het land en de plaats van de bestemming (niet het exacte adres), het typenummer van de panelen, de gegevens die de container of pallet etc. identificeren (container- of pallet- (of een vergelijkbaar) nummer), een invoicenummer en de hoeveelheid (“quantity”) dienen in de documenten wel zichtbaar te zijn.
4.8.
De vordering onder 3 wordt afgewezen. De redenen die ten grondslag lagen aan de gedeeltelijke opheffing doen zich bij deze categorie panelen niet voor.
Ook de gevorderde uitvoerbaarheid op alle dagen en uren wordt afgewezen, nu dit deel van de vordering niet is onderbouwd.
in conventie en in reconventie
4.9.
Nu partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd op de in de beslissing te vermelden wijze.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
verstaat dat onderdeel 6.2., tweede gedachtestreepje van het vonnis van 9 juli 2021 aldus dient te worden gelezen:
heft het beslag terstond op ten aanzien van de zonnepanelen die zich bevinden buiten de locatie van [naam bedrijf] op het adres [adres 2] of de andere opslaglocaties van [naam bedrijf] en buiten de zich daar ten tijde van de beslaglegging bevindende vrachtwagens,
in reconventie
5.2.
wijst ter vervulling van de opdracht zoals neergelegd in onderdeel 6.2., eerste gedachtestreepje van het vonnis het kantoor [naam kantoor] ( [adres 3] ) als deurwaarder aan, waarbij de procedure zal zijn zoals in rov. 4.5. hiervoor beschreven,
5.3.
verstaat dat onderdeel 6.2., eerste gedachtestreepje van het vonnis aldus dient te worden gelezen dat LONGi Nederland slechts de commercial invoice en delivery notice (of vergelijkbare documenten) hoeft te tonen en deze documenten in zodanige mate mogen worden gemarkeerd en geanonimiseerd dat de naam van de klant en informatie over de prijzen (“payment terms”, “unit price” en “amount”) niet zichtbaar is, een en ander als overwogen in rov. 4.7,
in conventie en in reconventie
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2021.
[2971/106]