JAR 2013/180
Kennelijk onredelijk ontslag. Mag de rechter de gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging in mindering brengen op de schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag?
HR 21-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5360
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 juni 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, C.E. Drion
- Zaaknummer
12/00669
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BZ5360
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ5360, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ5360, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑03‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑01‑2012
- Wetingang
Art. 7:681, 7:677, 7:680 BW
Essentie
Werknemer is op staande voet ontslagen. In eerste instantie heeft hij de nietigheid van het ontslag ingeroepen. Nadat de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk door de kantonrechter was ontbonden zonder toekenning van een vergoeding, heeft hij aan werkgever meegedeeld zich niet langer op de vernietigbaarheid van het ontslag te beroepen. In plaats daarvan heeft werknemer een (gefixeerde) schadevergoeding gevorderd wegens de onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst, en daarnaast een schadevergoeding wegens de kennelijke onredelijkheid van de opzegging. De kantonrechter heeft de vorderingen van werknemer afgewezen. In hoger beroep heeft het hof de vorderingen van werknemer toegewezen, waarbij het hof de gefixeerde schadevergoeding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.