Einde inhoudsopgave
Wet inkomensvoorziening oudere werklozen
Artikel 3 Recht op uitkering
Geldend
Geldend van 11-10-2024 tot 01-01-2038. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
02-10-2024, Stb. 2024, 277 (uitgifte: 10-10-2024, kamerstukken: 36506)
- Inwerkingtreding
11-10-2024, terugwerkend tot: 01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-10-2024, Stb. 2024, 277 (uitgifte: 10-10-2024, kamerstukken: 36506)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Bijzondere onderwerpen
1.
Recht op uitkering op grond van deze wet heeft de persoon:
- a.
wiens eerste dag van werkloosheid tussen 30 september 2006 en 1 januari 2028 ligt;
- b.
die op die dag 60 jaar en 4 maanden of ouder is;
- c.
die op die dag voldeed aan de voorwaarde, bedoeld in artikel 42, tweede lid, onderdeel a of b, van de Werkloosheidswet, en
- d.
op wie geen uitsluitingsgrond van toepassing is als bedoeld in artikel 6.
2.
Tevens heeft recht op uitkering op grond van deze wet de persoon:
- a.
die terzake van een eerder recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en c, voldoet;
- b.
voor wie nadien een nieuw recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet is ontstaan terzake waarvan artikel 42b van de Werkloosheidswet toepassing heeft gevonden of terzake waarvan voldaan is aan de voorwaarde, bedoeld in artikel 42, tweede lid, onderdeel a of b, van de Werkloosheidswet, en
- c.
op wie geen uitsluitingsgrond van toepassing is als bedoeld in artikel 6.
3.
Het tweede lid is niet van toepassing indien het eerdere recht, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, geheel niet geldend is gemaakt als gevolg van een maatregel van blijvend gehele weigering als bedoeld in artikel 27, eerste en tweede lid, van de Werkloosheidswet.
4.
Het recht op uitkering ontstaat op de dag na de dag waarop de geldende uitkeringsduur op grond van de Werkloosheidswet is verstreken, tenzij op de dag voorafgaand aan het verstrijken van de uitkeringsduur een maatregel van blijvend gehele weigering van de uitkering op grond van artikel 27, eerste of tweede lid, van de Werkloosheidswet van toepassing is.