Prg. 2018/2
De korte verjaringstermijn van twee jaar in art. 7:23 lid 2 BW geldt voor een schadevordering wegens bedrog zo lang de daartoe gestelde feiten ook non-conformiteit kunnen dragen.
HR 17-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2902
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 november 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/04109
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2902, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1251, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑07‑2016
- Wetingang
Art. 3:44, 7:1, 7:17, 7:20, 7:23 BW
Essentie
Verbintenissenrecht. Is korte verjaringstermijn van twee jaar ex art. 7:23 lid 2 BW ook van toepassing op schadevordering wegens bedrog?
Ja, maar alleen als feiten waarop bedrog is gebaseerd ook non-conformiteitsvordering kunnen dragen.
Samenvatting
Cessionaris MBS Raad B.V. komt in cassatie op tegen het oordeel van het hof dat haar vordering tot schadevergoeding jegens verweerder cs is verjaard ex art. 7:23 lid 2 BW. MBS stelt dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de korte verjaringstermijn van art. 7:23 lid 2 BW van toepassing is op een (onrechtmatige daads)vordering uit hoofde van bedrog. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.