NJ 2023/190
Verbintenissenrecht. Vaststellingsovereenkomst; uitleg. Bindend advies; vernietiging op voet art. 7:904 lid 1 BW; maatstaf; onafhankelijkheid bindend adviseur; schending hoor en wederhoor.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 juni 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
22/00946
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS705237:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:822, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:57, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑03‑2022
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Vaststellingsovereenkomst; uitleg. Bindend advies; vernietiging op voet art. 7:904 lid 1 BW; maatstaf; onafhankelijkheid bindend adviseur; schending hoor en wederhoor.
Samenvatting
Op grond van de Haviltex-maatstaf kunnen voor de uitleg van de vaststellingsovereenkomst die ziet op onzekerheid of een geschil over de huurovereenkomst niet alleen omstandigheden rondom die vaststellingsovereenkomst relevant zijn, maar ook omstandigheden die betrekking hebben op de huurovereenkomst.
In deze zaak gaat het om een door deskundigen uitgebracht bindend advies in het kader van een tussen hun opdrachtgevers, de verhuurder en de huurster, gesloten vaststellingsovereenkomst. In de rechtsverhouding tussen de ...