JONDR 2019/8
Onjuist en onbehoorlijk bedrijfsmodel belangrijke oorzaak van faillissement
HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2365
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2018
- Zaaknummer
17/05218
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2365, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1275, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑2018
- Wetingang
Art. 2:248 BW;
Essentie
Een onderneming gebruikte bijna de helft van de ingelegde beleggersgelden voor andere doeleinden dan beleggen: de obligatiehouders werden onjuist, althans onvolledig, geïnformeerd over de werkelijke financiële verhoudingen binnen de onderneming. Tegenover obligatiehouders is dit naar het oordeel van het hof in beginsel onbehoorlijk. De onderneming had een onjuist en onbehoorlijk bedrijfsmodel, hetgeen vroeg of laat tot een faillissement zou leiden.
Samenvatting
A is een onderneming die zich bezig hield met het aantrekken van gelden op de openbare markt door uitgifte van obligaties. Die gelden werden vervolgens de prospectussen en toelichtingen van de directie belegd in geselecteerde ondernemingen, waaronder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.