NJB 2020/2423
Wet zorg en dwang. Voortgezet verblijf. Geldigheidsduur van de machtiging. Hoge Raad: Indien het verzoek tot het verlenen van een machtiging is ingediend na het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorafgaande machtiging, dient de rechter de termijnoverschrijding in mindering te brengen op de geldigheidsduur van de aansluitende machtiging
HR 09-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1601
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/01970
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1601, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑10‑2020
Conclusie, Hoge Raad, 07‑08‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑07‑2020
- Wetingang
Essentie
Wet zorg en dwang. Voortgezet verblijf. Geldigheidsduur van de machtiging. Hoge Raad: Indien het verzoek tot het verlenen van een machtiging is ingediend na het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorafgaande machtiging, dient de rechter de termijnoverschrijding in mindering te brengen op de geldigheidsduur van de aansluitende machtiging
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. G.E.M. Later, vs. Centrum Indicatiestelling Zorg, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Betrokkene lijdt aan de ziekte van Huntington. De rechtbank heeft een machtiging verleend tot voortzetting van de inbewaringstelling van betrokkene tot en met 17 februari 2020. In dit geding heeft het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.