Einde inhoudsopgave
Wet zeevarenden
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 03-05-2014
- Bronpublicatie:
25-09-2013, Stb. 2013, 381 (uitgifte: 17-10-2013, kamerstukken: 33442)
- Inwerkingtreding
03-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-04-2014, Stb. 2014, 161 (uitgifte: 02-05-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Onze Minister neemt een besluit over elk van de ingediende bemanningssamenstellingen.
2.
Onze Minister besluit tot afgifte van een bemanningscertificaat voor het betrokken schip of de betrokken schepen, indien naar zijn oordeel met de voorgestelde bemanningssamenstelling
- a.
de veiligheid van het schip en de veilige en milieuverantwoorde vaart zijn gewaarborgd;
- b.
de voor de bemanning geldende normen voor arbeids- en rusttijden niet worden overschreden en er rekening is gehouden met de beperking van oververmoeidheid van zeevarenden;
- c.
ook overigens aan de vereisten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, kan worden voldaan; en
- d.
wordt voldaan aan het bij of krachtens de artikelen 48a, vierde lid, en 64 bepaalde.
3.
De scheepsbeheerder verstrekt desgevraagd nadere inlichtingen over het bemanningsplan.
4.
Onze Minister kan de kapitein raadplegen alvorens te besluiten omtrent de afgifte van een bemanningscertificaat.
5.
Onze Minister stelt ambtshalve de bemanningssamenstelling van het betrokken schip of de betrokken schepen vast en geeft dienovereenkomstig een bemanningscertificaat af, indien hij van oordeel is, dat met de bemanningssamenstelling die door de scheepsbeheerder wordt voorgesteld niet of niet geheel kan worden voldaan aan het tweede lid, onderdelen a tot en met d.
6.
De scheepsbeheerder verschaft de kapitein een afschrift van het bemanningsplan, dat is voorzien van de eventuele aanvullende gegevens die zijn verstrekt op grond van het derde lid, en dat behoort bij het geldige bemanningscertificaat.