Einde inhoudsopgave
Wet zeevarenden
Artikel 48a
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
16-12-2020, Stb. 2021, 26 (uitgifte: 28-01-2021, kamerstukken: 35337)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-06-2021, Stb. 2021, 269 (uitgifte: 10-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De scheepsbeheerder voorziet de zeevarenden aan boord van een schip kosteloos van voeding en drinkwater van voldoende hoeveelheid, kwaliteit, voedingswaarde en variëteit en rekening houdend met godsdienstige voorschriften en culturele gebruiken, in overeenstemming met de daaraan bij ministeriële regeling gestelde eisen.
2.
De maximale hoeveelheid sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Alcoholwet die voor verbruik door de zeevarenden aan boord beschikbaar is, wordt vastgesteld bij ministeriële regeling.
3.
De voorraden voedsel en drinkwater en de ruimten en apparatuur voor de opslag, bewerking en bereiding van voedsel en drinkwater, worden regelmatig door of namens de kapitein geïnspecteerd overeenkomstig bij ministeriële regeling gestelde regels.
4.
Degene die aan boord tot taak heeft de voeding voor de zeevarenden te beheren en te bereiden, voldoet aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde eisen.