Einde inhoudsopgave
Besluit inbeslaggenomen voorwerpen
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2012
- Bronpublicatie:
16-04-2012, Stb. 2012, 168 (uitgifte: 24-04-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2012, Stb. 2012, 168 (uitgifte: 24-04-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De bewaring, het onderhoud en de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen of de opbrengst daarvan geschieden zonder kosten voor degene bij wie het voorwerp werd inbeslaggenomen en voor degene aan wie zij moeten worden teruggegeven.
2.
Niettemin mogen de werkelijke kosten van opslag en onderhoud aan de rechthebbende in rekening worden gebracht vanaf de tiende dag na die, waarop opdracht tot teruggave werd verleend, indien en voor zolang buiten de schuld van de bewaarder aan die opdracht niet kon worden voldaan.
3.
De bewaarder houdt het voorwerp, waarvan de teruggave is gelast, ter beschikking van de rechthebbende, totdat deze daarop aanspraak maakt, doch niet langer dan drie maanden nadat opdracht tot teruggave is verkregen.
4.
Tijdens het beslag geboren nakomelingen van inbeslaggenomen dieren worden aan de rechthebbende afgegeven tegen betaling van de noodzakelijke kosten, gemaakt voor de geboorte en voor de verzorging van de nakomelingen.
5.
Tijdens het beslag voortgebrachte producten van dieren en planten worden aan de rechthebbende afgegeven tegen betaling van de noodzakelijke kosten gemaakt voor de oogst en bewaring van deze producten.
6.
Wanneer opdracht tot teruggave van gelden, dan wel de opbrengst van inbeslaggenomen voorwerpen, is gegeven, is de bewaarder de rechthebbende over deze gelden de wettelijke rente voor niet-handelstransacties als bedoeld in artikel 4:98 van de Algemene wet bestuursrecht verschuldigd. De termijn waarover wettelijke rente verschuldigd is begint te lopen vanaf de dag van inbeslagneming van de gelden, dan wel de dag waarop de inbeslaggenomen voorwerpen zijn vervreemd.
7.
De in het zesde lid bedoelde verplichting geldt niet voor inbeslaggenomen geld:
- a.
waarvan het beslag dient om de waarheid aan de dag te brengen;
- b.
dat uit incourante valuta bestaat; of
- c.
dat op last van de officier van justitie wegens een bijzondere reden niet giraal wordt bewaard.