Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 10:4 [Mandaat aan niet-ondergeschikten]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
20-06-1996, Stb. 1996, 333 (uitgifte: 04-07-1996, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23700 Overheid.nl: 23700)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-1997, Stb. 1997, 581 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Bevoegdheid
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Indien de gemandateerde niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever, behoeft de mandaatverlening de instemming van de gemandateerde en in het voorkomende geval van degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkt.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing indien bij wettelijk voorschrift in de bevoegdheid tot de mandaatverlening is voorzien.