HR, 07-06-2013, nr. 13/00701
ECLI:NL:HR:2013:BZ7394
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
07-06-2013
- Zaaknummer
13/00701
- Conclusie
mr. J. Spier
- LJN
BZ7394
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2013:BZ7394, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑06‑2013; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ7394
In cassatie op: ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ2252, Niet ontvankelijk
ECLI:NL:PHR:2013:BZ7394, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑04‑2013
Arrest gerechtshof: ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ2252
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2013:BZ7394
- Vindplaatsen
Uitspraak 07‑06‑2013
7 juni 2013
Eerste Kamer
13/00701
EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. K. Aantjes,
t e g e n
GOUDSE SCHADEVERZEKERINGEN N.V., mede handelend onder de naam Goudse Verzekeringmaatschappij N.V.,
gevestigd te Gouda,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en De Goudse.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 325454/HA ZA 08-3962 van de rechtbank 's-Gravenhage van 28 januari 2009, 26 augustus 2009 en 26 januari 2011;
b. het arrest in de zaak 200.086.137/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 6 november 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen De Goudse is verstek verleend.
Het standpunt van de Procureur-Generaal strekt tot niet-ontvankelijkheid op de voet van 80a RO.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 16 april 2013 op dit standpunt gereageerd.
3. Beoordeling van de ontvankelijkheid
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden (zie het standpunt van de Procureur-Generaal onder 2 en 3).
De Hoge Raad zal daarom - gezien art. 80a lid 1 RO en gehoord de Procureur-Generaal - het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van De Goudse begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitters en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 7 juni 2013.
Conclusie 12‑04‑2013
mr. J. Spier
Partij(en)
Zaaknummer 13/00701
mr. J. Spier
Zitting van 12 april 2013 (bij vervroeging)
Conclusie inzake
[Eiser]
tegen
Goudse Schadeverzekeringen N.V.
1.
In deze zaak heeft het Hof, ampel en overtuigend gemotiveerd, geoordeeld dat sprake is van brandstichting in de woning van [eiser] en dat plausibel is dat de brandstichting op instigatie van [eiser] is gepleegd. Daarom mislukte [eiser]'s vordering tot vergoeding van de door hem verzekerde inboedel.
2.
Onderdeel 1 miskent 's Hofs onder 1 weergegeven oordeel. Het stuit daarop af.
3.
Onderdeel 2 mist feitelijke grondslag. [Eiser] heeft t.a.p. geen tegenbewijs aangeboden, maar slechts aangeboden om een deskundige te horen. De rechter behoeft op zo'n aanbod evenwel volgens vaste rechtspraak niet in te gaan.
4.
Bijgevolg is het cassatieberoep van iedere grond en elk belang gespeend. Het kan worden afgehandeld op de voet van art. 80a RO.
De Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad der Nederlanden,
Advocaat-Generaal