HR, 10-01-2012, nr. S 10/05465 B
ECLI:NL:HR:2012:BT8952
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10-01-2012
- Zaaknummer
S 10/05465 B
- Conclusie
Mr. Knigge
- LJN
BT8952
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2012:BT8952, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑01‑2012; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BT8952
ECLI:NL:PHR:2012:BT8952, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2011
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BT8952
- Vindplaatsen
NJ 2012/208 met annotatie van T.M. Schalken
SR-Updates.nl 2012-0011
Uitspraak 10‑01‑2012
Inhoudsindicatie
Beklag, beslag. Art. 164.8 WVW 1994. De Rechtbank heeft op 10-11-2010 het klaagschrift van klager strekkende tot teruggave van zijn rijbewijs ongegrond geklaard. Op 21-2-2011 is het rijbewijs teruggegeven. Klager wordt bij gebrek aan belang bij het beroep tegen de beschikking niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak van het EHRM inzake S.T.S. tegen Nederland van 7-6-2011, no. 277/05, geeft geen aanleiding anders te oordelen, nu het i.c. niet gaat om een rechtsmiddel ingesteld tegen een tijdelijke vrijheidsbenemende maatregel.
10 januari 2012
Strafkamer
nr. S 10/05465 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Zwolle-Lelystad van 10 november 2010, nummer RK 10/1023, op een beklag als bedoeld in art. 164, achtste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, ingediend door:
[Klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft mr. P.T. Huisman, advocaat te Groningen, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd dat de klager niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het beroep.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Rechtbank heeft bij beschikking van 10 november 2010 het klaagschrift van de klager strekkende tot teruggave van zijn rijbewijs, ongegrond verklaard. Uit door de Advocaat-Generaal ingewonnen inlichtingen, zoals in de conclusie vermeld, blijkt dat het rijbewijs op 21 februari 2011 is teruggegeven aan de klager. Dit betekent dat de klager geen belang meer heeft bij het beroep tegen de beschikking van de Rechtbank zodat hij daarin niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Opmerking verdient dat de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak S.T.S. tegen Nederland van 7 juni 2011, no. 277/05, geen aanleiding geeft daaromtrent anders te oordelen, nu het hier niet gaat om een rechtsmiddel dat is ingesteld tegen een tijdelijke maatregel als gevolg waarvan de klager zijn vrijheid is ontnomen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de klager niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 januari 2012.
Conclusie 11‑10‑2011
Mr. Knigge
Partij(en)
Conclusie inzake:
[Klager]
1.
De Rechtbank Zwolle-Lelystad heeft bij beschikking van 10 november 2010 het klaagschrift van klager ex. at. 164 lid 8 Sv, strekkende tot teruggave van zijn ingevorderde en door het Openbaar Ministerie ingehouden rijbewijs, ongegrond verklaard.
2.
Tegen deze beschikking is namens klager cassatieberoep ingesteld.
3.
Namens klager heeft mr. P.T. Huisman, advocaat te Groningen, zes middelen van cassatie voorgesteld.
4.
Ambtshalve vestig ik de aandacht op het volgende.
5.
Uit namens mij telefonisch bij het Arrondissementsparket Zwolle-Lelystad en de Rechtbank Zwolle-Lelystad ingewonnen inlichtingen is gebleken dat klager door de Rechtbank Zwolle-Lelystad bij onherroepelijk geworden vonnis van 9 februari 2011 is veroordeeld tot een geldboete van € 750, - en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van vier maanden, waarna de Officier van Justitie schriftelijk aan klager heeft laten weten dat de op 24 oktober 2010 aangevangen inhouding van het rijbewijs conform dit vonnis op 21 februari 2011 zal eindigen. Volgens de ingewonnen inlichtingen heeft klager zijn rijbewijs opgehaald.
6.
Dit betekent dat klager geen belang meer heeft bij het onderhavige beroep.
7.
Deze conclusie strekt ertoe dat klager in het cassatieberoep niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden,
AG