Einde inhoudsopgave
Wet havenstaatcontrole
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2017
- Bronpublicatie:
22-02-2017, Stb. 2017, 92 (uitgifte: 16-03-2017, kamerstukken: 34496)
- Inwerkingtreding
01-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2017, Stb. 2017, 211 (uitgifte: 24-05-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Een ambtenaar van de Inspectie Leefomgeving en Transport heft de stopzetting van een activiteit op indien geen duidelijk gevaar bestaat voor de veiligheid, de gezondheid en het mariene milieu.
2.
Een ambtenaar van de Inspectie Leefomgeving en Transport heft de aanhouding op indien:
- a.
de redenen, genoemd in artikel 7, eerste lid, onder a tot en met d, niet van toepassing zijn, of het schip onder voorwaarden als bedoeld in artikel 9, eerste lid, mag vertrekken; en
- b.
de exploitant de vergoeding voor de kosten, bedoeld in artikel 14, eerste lid, heeft voldaan of ten genoegen van de Onze Minister voldoende zekerheid heeft gesteld voor de vergoeding voor deze kosten.
3.
In afwijking van artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht geschiedt de bekendmaking van het besluit dat strekt tot opheffing van de stopzetting van een activiteit of de aanhouding door uitreiking van dit besluit aan de kapitein.
4.
Op het besluit dat strekt tot opheffing van de stopzetting van een activiteit of de aanhouding, is artikel 8, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing.