RAR 2010/116
Opzegging. Wanneer is sprake van opvolgend werkgeverschap in de zin van art. 7:668a lid 2 BW?
Hof 's-Gravenhage 16-03-2010, ECLI:NL:GHSGR:2010:BM5878
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
16 maart 2010
- Magistraten
Mrs. S.W. Kuip, V. Disselkoen, C.T.M. Luijks
- Zaaknummer
200.008.159/01
- LJN
BM5878
- JCDI
JCDI:ADS874624:1
- Vakgebied(en)
Personeelsaangelegenheden / Instroom en uitstroom van personeel
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:2010:BM5878, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 16‑03‑2010
- Wetingang
BW art. 7:667, 668a
Essentie
Faillissement. Opzegging.
Wanneer is sprake van opvolgend werkgeverschap in de zin van art. 7:668a lid 2 BW; wanneer is opzegging vereist van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd?
Samenvatting
Werknemer is sinds 1 november 2000 in dienst van een interieurbouwbedrijf op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, welke vanaf 1 december 2001 tussen partijen is voortgezet. Op 13 oktober 2004 is werkgever failliet verklaard. De curator zegt de arbeidsovereenkomst op. Er volgt een doorstart door een keukenstellersbedrijf in het kader waarvan werknemer per 1 maart 2005 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aangaat (tot en met 31 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.