Einde inhoudsopgave
Beleidsregels Toetsingskader Wet Bpf 2000
Vereiste van ‘een belangrijke meerderheid’
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Bronpublicatie:
07-12-2011, Stcrt. 2011, 22535 (uitgifte: 15-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2011, Stcrt. 2011, 22535 (uitgifte: 15-12-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Pensioenen / Bijzondere onderwerpen pensioenen
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
Bij het vaststellen of voldaan wordt aan het vereiste van een belangrijke meerderheid worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
- 1.
Er is sprake van een belangrijke meerderheid wanneer de berekening van de representativiteit leidt tot een uitkomst van ten minste 60%.
- 2.
Wanneer sprake is van een meerderheid tussen de 55% en 60% wordt dit ook als belangrijke meerderheid gekwalificeerd, tenzij het draagvlak voor de verplichtstelling binnen de werkingssfeer van het bpf gering is of als sprake is van een zeer scheve verdeling van de meerderheid binnen de werkingssfeer. Een gering draagvlak kan onder andere blijken uit het feit dat niet alle werknemersorganisaties betrokken bij het bpf de aanvraag om verplichtstelling ondersteunen, of uit zienswijzen tegen de verplichtstelling. Van een zeer scheve spreiding kan sprake zijn wanneer de werkingssfeer van een bpf meerdere sectoren omvat en een aanvraag tot verplichtstelling voornamelijk op basis van representativiteit van een of meerdere werkgeversorganisaties die slechts een deel van de totale werkingssfeer vertegenwoordigen wordt gevraagd, of wanneer de verhouding grote en kleine bedrijven binnen de werkingssfeer van het bpf niet evenredig bij de verzoekende werkgeversorganisaties is terug te vinden.
- 3.
In het geval van een meerderheid tussen de 50% en 55% zal in beginsel geen verplichtstelling plaatsvinden, tenzij er naar het oordeel van de Minister van SZW sprake is van bijzondere omstandigheden.
- 4.
Beneden de 50% is geen sprake van een meerderheid en kan verplichtstelling niet plaatsvinden.
De beoordeling van de tweede en derde categorie is maatwerk en hangt af van de omstandigheden in het betreffende geval.