Einde inhoudsopgave
Provinciewet
Artikel 151h [Schakelbepaling]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
15-12-2021, Stb. 2022, 18 (uitgifte: 18-01-2022, kamerstukken: 35513)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-03-2022, Stb. 2022, 128 (uitgifte: 30-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
Overheidsfinanciën / Provinciebeleid
De artikelen 151b tot en met 151f zijn van overeenkomstige toepassing op de gemeenschappelijke onderzoekscommissie, bedoeld in artikel 151g, met dien verstande dat:
- a.
in de artikelen 151b tot en met 151e voor ‘onderzoekscommissie’ telkens wordt gelezen ‘gemeenschappelijke onderzoekscommissie’;
- b.
de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 151b, eerste lid, en 151c, eerste lid, ook van toepassing zijn op de leden en gewezen leden van een door het algemeen bestuur van een openbaar lichaam ingestelde commissie als bedoeld in artikel 24, 24a en 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en de ambtenaren en gewezen ambtenaren, onderscheidenlijk ambtenaren van politie en gewezen ambtenaren van politie, in dienst van het openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie als bedoeld in artikel 40 of 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen of uit andere hoofde aan het bestuur van het openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie ondergeschikt;
- c.
de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 151b, eerste lid, en 151c, eerste lid, ook van toepassing zijn op leden en gewezen leden van de raad, de burgemeester en gewezen burgemeesters, wethouders en gewezen wethouders, leden en gewezen leden van de door de raad ingestelde rekenkamer, personen die de rekenkamerfunctie uitoefenen, leden en gewezen leden van een door de raad, het college of de burgemeester ingestelde commissie en ambtenaren en gewezen ambtenaren, onderscheidenlijk ambtenaren van politie en gewezen ambtenaren van politie, in dienst van de gemeente of uit andere hoofde aan het gemeentebestuur ondergeschikt, indien het een regeling als bedoeld in artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen betreft;
- d.
bij de toepassing van artikel 151b, derde lid, voor ‘het provinciebestuur’ wordt gelezen ‘het provinciebestuur, het gemeentebestuur, indien onderzoek gedaan wordt naar de bestuursvoering van een instelling ingesteld bij een regeling als bedoeld in artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, en het bestuur van een openbaar lichaam of bedrijfsvoeringsorganisatie ingesteld bij een regeling als bedoeld in artikel 40 of artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen’ en voor ‘artikel 151a’ wordt gelezen ‘artikel 151g’;
- e.
bij de toepassing van artikel 151e het derde lid komt te luiden:
- 3.
De commissaris van de Koning en gewezen commissarissen van de Koning, gedeputeerden en gewezen gedeputeerden, leden en gewezen leden van een commissie ingesteld door gedeputeerde staten, het college, de burgemeester, of het bestuur van het openbaar lichaam ingesteld bij een regeling als bedoeld in artikel 40 of 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, die uitsluitend of mede is getroffen door gedeputeerde staten, commissarissen van de Koning, colleges van burgemeester en wethouders of burgemeesters zijn niet verplicht aan artikel 151b, eerste en derde lid, en artikel 151c, derde lid, te voldoen, indien het verstrekken van de inlichtingen in strijd is met het openbaar belang. Dit geldt evenzo voor ambtenaren en gewezen ambtenaren, onderscheidenlijk ambtenaren van politie en gewezen ambtenaren van politie, in dienst van de provincie of de gemeente of uit andere hoofde aan het bestuur hiervan ondergeschikt en de ambtenaren en gewezen ambtenaren in dienst van het openbaar lichaam of de bedrijfsvoeringsorganisatie of uit andere hoofde ondergeschikt aan het bestuur daarvan, ingesteld bij een regeling als bedoeld in artikel 40 of 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, die uitsluitend of mede is getroffen door gedeputeerde staten, colleges van burgemeester en wethouders, burgemeesters, commissarissen van de Koning, of een combinatie van deze organen.
- f.
bij de toepassing van artikel 151e, vierde lid, voor ‘de commissaris van de Koning gevoerde bestuur, door de commissaris’ wordt gelezen ‘de commissaris van de Koning, het college, de burgemeester of het bestuur van een openbaar lichaam, bedrijfsvoeringsorganisatie of gemeenschappelijk orgaan ingesteld bij een regeling als bedoeld in artikel 40 of artikel 51 van de Wet gemeenschappelijke regelingen gevoerde bestuur, door de commissaris van de Koning, het college, de burgemeester of door het bestuur van een openbaar lichaam, bedrijfsvoeringsorganisatie of gemeenschappelijk orgaan’.