Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 6
Artikel 195 [Rechtsgevolgen misleidende reclame]
Geldend
Geldend vanaf 12-04-2002
- Bronpublicatie:
28-03-2002, Stb. 2002, 187 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 27619)
- Inwerkingtreding
12-04-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-2002, Stb. 2002, 187 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 27619)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Informatierecht / Reclame
1.
Indien een vordering ingevolge artikel 194 of artikel 194a wordt ingesteld tegen iemand die inhoud en inkleding van de mededeling geheel of ten dele heeft bepaald of doen bepalen, rust op hem de bewijslast ter zake van de juistheid of volledigheid van de feiten die in de mededeling zijn vervat of daardoor worden gesuggereerd en waarop het beweerde misleidende karakter van de mededeling berust onderscheidenlijk waarop de ongeoorloofdheid van de vergelijkende reclame berust. Ingeval van vergelijkende reclame dient degene die inhoud en inkleding van de mededeling geheel of ten dele zelf heeft bepaald of doen bepalen binnen korte termijn de bewijzen aan te dragen waarop de materiële juistheid en volledigheid van de feitelijke gegevens in de reclame rust.
2.
Indien volgens artikel 194 en artikel 194a onrechtmatig is gehandeld door iemand die inhoud en inkleding van de mededeling geheel of ten dele zelf heeft bepaald of doen bepalen, is hij voor de dientengevolge ontstane schade aansprakelijk, tenzij hij bewijst dat zulks noch aan zijn schuld is te wijten noch op andere grond voor zijn rekening komt.