Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het verhaal in het buitenland van uitkeringen tot onderhoud
Artikel 9 Vrijstellingen en voorrechten
Geldend
Geldend vanaf 25-05-1957
- Bronpublicatie:
20-06-1956, Trb. 1957, 121 (uitgifte: 22-08-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-05-1957
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-1956, Trb. 1957, 121 (uitgifte: 22-08-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
In de procedures die door dit Verdrag worden beheerst, genieten schuldeisers de behandeling en de vrijstelling van betaling van kosten welke worden toegekend aan schuldeisers die woonplaats hebben in de Staat waar de procedures aanhangig zijn of die onderdanen van die Staat zijn.
2.
Schuldeisers worden niet op grond van de omstandigheid dat zij vreemdeling zijn of ter plaatse geen woonplaats hebben verplicht tot de cautio judicatum solvi of tot een storting of zekerheidstelling.
3.
De verzendende en de ontvangende instellingen kunnen voor de krachtens dit Verdrag verleende diensten geen vergoeding in rekening brengen.