Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het verhaal in het buitenland van uitkeringen tot onderhoud
Artikel 17 Voorbehouden
Geldend
Geldend vanaf 25-05-1957
- Bronpublicatie:
20-06-1956, Trb. 1957, 121 (uitgifte: 22-08-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-05-1957
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-1956, Trb. 1957, 121 (uitgifte: 22-08-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
Indien een Staat ten tijde van de bekrachtiging of toetreding een voorbehoud maakt ten aanzien van een of meerdere der artikelen van dit Verdrag, doet de Secretaris-Generaal aan alle Staten die partij zijn bij dit Verdrag en aan alle andere in artikel 13 bedoelde Staten mededeling van de tekst van het voorbehoud. Iedere Verdragsluitende Partij die bezwaar heeft tegen het voorbehoud kan, binnen een tijdvak van negentig dagen te rekenen van de datum der mededeling af, de Secretaris-Generaal ervan kennis geven dat zij het voorbehoud niet aanvaardt, en het Verdrag treedt dan niet in werking tussen de Staat die bezwaar maakt en de Staat die het voorbehoud heeft gemaakt. Iedere Staat die op een later tijdstip toetreedt kan ten tijde van zijn toetreding een dergelijke kennisgeving richten aan de Secretaris-Generaal.
2.
Een Verdragsluitende Partij kan een op een vroeger tijdstip gemaakt voorbehoud te allen tijde intrekken en doet de Secretaris-Generaal mededeling van die intrekking.