HR, 10-07-2018, nr. 17/03460
ECLI:NL:HR:2018:1133
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10-07-2018
- Zaaknummer
17/03460
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2018:1133, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑07‑2018; (Cassatie, Artikel 80a RO-zaken)
In cassatie op: ECLI:NL:GHDHA:2017:1835, Niet ontvankelijk
- Vindplaatsen
RvdW2018/961
Uitspraak 10‑07‑2018
Inhoudsindicatie
Doodslag te Gouda en bedreiging, gvs 8 jaar en TBS met dwangverpleging. HR: art. 80a RO, zonder schriftelijk standpunt AG.
Partij(en)
10 juli 2018
Strafkamer
nr. S 17/03460
KD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 28 juni 2017, nummer 22/002173-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt en P. van Dongen, beiden advocaat te Rotterdam, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 juli 2018.