RvdW 2015/383
OM-niet ontvankelijk in vervolging rijden onder invloed na oplegging Alcoholslotprogramma.
HR 03-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:434
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 maart 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/04940
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bijzonder strafrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:434, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:8, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑12‑2014
- Wetingang
Essentie
Aan verdachte is de onherroepelijk geworden verplichting tot deelname aan het alcoholslotprogramma (asp) opgelegd door het CBR, omdat hij heeft gereden onder invloed van een zodanige hoeveelheid alcoholhoudende drank dat zijn ademalcoholgehalte 805 microgram per liter uitgeademde lucht bleek te zijn. De daarop voor hetzelfde feit gevolgde strafvervolging is in strijd met de beginselen van een goede procesorde. Die beginselen kunnen immers meebrengen – en brengen in casu ook mee – dat een inbreuk op het beginsel dat iemand niet tweemaal kan worden vervolgd en bestraft voor het begaan van hetzelfde feit, de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.