NJ 2015/72
Profijtontneming. Kasmethode en onvoldoende betwisting uitgangspunt beginvermogen.
HR 30-09-2014, ECLI:NL:HR:2014:2843, m.nt. B.F. Keulen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 september 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/05966
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS127986:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2843, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1780, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑03‑2014
- Wetingang
Essentie
Het hof heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel geschat op basis van de (abstracte) methode van kasopstelling, waarbij uit de vergelijking van de (contante) uitgaven met de legale (contante) ontvangsten wordt afgeleid tot welk bedrag betrokkene onverklaarde inkomsten heeft gekregen. In zijn berekening ligt besloten dat het hof ervan is uitgegaan dat betrokkene bij de aanvang van de onderzoeksperiode niet de beschikking had over legale vermogensbestanddelen. Hetgeen door en namens betrokkene in verband met het beginvermogen is aangevoerd is door het hof kennelijk en niet onbegrijpelijk aangemerkt als een onvoldoende betwisting van het in het financieel onderzoek gekozen uitgangspunt omtrent ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.