JWB 2001/336
verzet, vast recht
HR 30-11-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AD4007
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 november 2001
- Zaaknummer
R01/042HR
- LJN
AD4007
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AD4007, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑11‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AD4007, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2001
- Wetingang
art. 2 lid 3, art. 25 WTBZ
Essentie
verzet, vast recht
Samenvatting
Casus
Opposant is de advocaat van verweerster in een procedure over een vordering tot afrekening overeenkomst een tussen partijen overeengekomen Amsterdams verrekenbeding. Op 27 mei 1999 heeft opposant een brief ontvangen van de Griffier van de Hoge Raad, waarin hem werd medegedeeld dat het door hem verschuldigde vast recht voorlopig was vastgesteld op F 475,-. Enige tijd later, op 15 februari 2001, berichtte de Griffier opposant eveneens per brief dat het vast recht definitief was vastgesteld op F 1.795,-. Reden hiervoor was dat de Griffier inmiddels uit het volledig procesdossier was gebleken dat het financieel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.