RvdW 2011/683
Buitengerechtelijke ontbinding; aan ontbindingsverklaring te stellen eisen. Intreden verzuim ingeval nakoming blijvend onmogelijk is geworden.
HR 27-05-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP6997 (Elbrink/Halfman)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 mei 2011
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/00171
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BP6997
- Roepnaam
Elbrink/Halfman
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP6997, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑05‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP6997, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑03‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2010
- Wetingang
Essentie
Buitengerechtelijke ontbinding; aan ontbindingsverklaring te stellen eisen. Intreden verzuim ingeval nakoming blijvend onmogelijk is geworden.
Aan een buitengerechtelijke ontbindingsverklaring kan in zijn algemeenheid niet de eis worden gesteld dat zij de gronden voor de ontbinding vermeldt teneinde rechtsgevolg te kunnen hebben. De schuldeiser die in zijn ontbindingsverklaring wel een of meer gronden voor de ontbinding heeft genoemd, mag in rechte ook andere gronden aan de ontbinding ten grondslag leggen.
De klacht dat het hof ten onrechte de ontbinding heeft gehonoreerd omdat er geen sprake was van verzuim aan de zijde van de verhuurder, faalt. Het hof heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.