Opmerking AEH: Op grond van art. 552f lid 1 Sv is het gerecht waarvoor de zaak in eerste aanleg zal worden vervolgd, is vervolgd of had kunnen worden vervolgd, bevoegd tot het geven van beschikkingen als bedoeld in art. 36b lid 1, onder 4º, Sr. Het arrest dat het hof in de strafzaak tegen de betrokkene heeft gewezen, welk arrest zich bij de stukken van het geding bevindt, vermeldt dat het is gewezen op het hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Dat brengt met zich dat in deze zaak de rechtbank Zeeland-West-Brabant bevoegd was tot kennisneming van de vordering van de officier van justitie. Nu hierover in cassatie niet wordt geklaagd, laat ik dit punt verder rusten.
HR, 25-05-2021, nr. 20/00018
ECLI:NL:HR:2021:773
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25-05-2021
- Zaaknummer
20/00018
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2021:773, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑05‑2021; (Cassatie, Beschikking)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2021:506
ECLI:NL:PHR:2021:506, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2021
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2021:773
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2021-0157
Uitspraak 25‑05‑2021
Inhoudsindicatie
Beschikking op vordering OvJ ex art. 552f Sv tot onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen computerkast en IPad na onherroepelijke veroordeling t.z.v. (poging tot) afdreiging (meermalen gepleegd), verkrachting (meermalen gepleegd), computervredebreuk en opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die d.m.v. een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen/worden verwerkt/worden overgedragen wissen. Heeft hof heeft vordering OvJ tot onttrekking aan het verkeer toereikend gemotiveerd toegewezen? Hof heeft niet toereikend gemotiveerd waarom computerkast en iPad met overige aan het verkeer onttrokken voorwerpen behoorden tot “een gezamenlijkheid van voorwerpen met betrekking waartoe en met behulp waarvan strafbare feiten zijn begaan, terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang”. Gelet op art. 552f.1 Sv zal HR zaak verwijzen naar gerecht waarvoor strafzaak in e.a. is vervolgd. Volgt (partiële) vernietiging en verwijzing naar Rb. Samenhang met 20/01580 B (niet gepubliceerd; klaagschrift ex art. 552a Sv, art. 80a RO).
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/00018 B
Datum 25 mei 2021
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 17 december 2019, nummer RK 001291-19, gegeven op een vordering als bedoeld in artikel 552f van het Wetboek van Strafvordering, in de zaak
van
[belanghebbende] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
hierna: de belanghebbende.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de belanghebbende. Namens deze heeft J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking, maar uitsluitend wat betreft de beslissing over de Medion computerkast en de Apple iPad, en tot zodanige beslissing op grond van artikel 440 lid 2 Sv als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
2. Beoordeling van het cassatiemiddel
2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat het hof de onder de belanghebbende in beslag genomen Medion computerkast en Apple iPad ten onrechte, althans ontoereikend gemotiveerd, heeft onttrokken aan het verkeer.
2.2
De bestreden beschikking houdt onder meer in:
“Het onderzoek van de zaak
De vordering strekt ertoe dat het hof conform het bepaalde in artikel 552f van het Wetboek van Strafvordering de volgende onder veroordeelde in beslag genomen voorwerpen zal onttrekken aan het verkeer:
1. Medion computerkast (goednummer 1600238);
(...)
5. Apple iPad (goednummer 1643855);
(...).
De beoordeling
Uit de gedingstukken en het verhandelde ter terechtzitting is het navolgende gebleken.
In de jaren 2016 en 2017 zijn op de voet van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering de in de vordering genoemde voorwerpen onder veroordeelde in beslag genomen.
Bij arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 17 december 2018 onder parketnummer 2000160617 is veroordeelde veroordeeld ter zake van:
- afdreiging, meermalen gepleegd (feit 1);
- verkrachting, meermalen gepleegd (feit 2);
- poging tot afdreiging, meermalen gepleegd (feit 3);
- computervredebreuk (feit 4);
- opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen/worden verwerkt/worden overgedragen wissen (feit 5).
Tegen dit arrest is geen beroep in cassatie ingesteld, zodat het arrest onherroepelijk is geworden en de strafzaak tot een einde is gekomen.
(...)
De officier van justitie heeft in de vordering d.d. 18 juli 2019 aangegeven dat de in beslag genomen voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat (een aantal van) de strafbare feiten met betrekking tot deze voorwerpen zijn begaan dan wel omdat (een aantal van) de strafbare feiten met behulp van deze voorwerpen zijn begaan of voorbereid. Volgens de officier van justitie is het ongecontroleerde bezit van deze voorwerpen in strijd met de wet of het algemeen belang.
Het hof is - met de advocaat-generaal - van oordeel dat de hiervoor genoemde in beslag genomen voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer. Het hof beschouwt deze voorwerpen als een gezamenlijkheid van voorwerpen met betrekking waartoe en met behulp waarvan strafbare feiten zijn begaan, terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.
Het hof zal de vordering tot onttrekking aan het verkeer toewijzen als na te melden.
BESLISSING:
Het hof:
Wijst toe de vordering van de officier van justitie tot onttrekking aan het verkeer.
Verklaart de volgende in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
- Medion computerkast (goednummer 1600238);
(...)
- Apple iPad (goednummer 1643855);
(...).”
2.3
Artikel 36c van het Wetboek van Strafrecht luidt:
“Vatbaar voor onttrekking aan het verkeer zijn alle voorwerpen:
1°. die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het feit zijn verkregen;
2°. met betrekking tot welke het feit is begaan;
3°. met behulp van welke het feit is begaan of voorbereid;
4°. met behulp van welke de opsporing van het feit is belemmerd;
5°. die tot het begaan van het feit zijn vervaardigd of bestemd;
een en ander voor zover zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.”
2.4
Het hof heeft niet toereikend gemotiveerd waarom de Medion computerkast en de Apple iPad met de overige aan het verkeer onttrokken voorwerpen behoorden tot “een gezamenlijkheid van voorwerpen met betrekking waartoe en met behulp waarvan strafbare feiten zijn begaan, terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang”. Het cassatiemiddel klaagt daarover terecht.
2.5
Gelet op het bepaalde in artikel 552f lid 1 van het Wetboek van Strafvordering, zal de Hoge Raad de zaak verwijzen naar het gerecht waarvoor de strafzaak in eerste aanleg is vervolgd.
3. Beslissing
De Hoge Raad:
- vernietigt de beschikking van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissing over de daarin vermelde Medion computerkast en Apple iPad;
- verwijst de zaak naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, opdat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt behandeld en afgedaan;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 mei 2021.
Conclusie 30‑03‑2021
Inhoudsindicatie
Beklag, beslag. Vordering OvJ ex art. 552f Sv tot onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen computerkast en IPad. Veroordeling t.z.v. (poging tot) afdreiging (meermalen gepleegd), verkrachting (meermalen gepleegd), computervredebreuk en opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die d.m.v. een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen/worden verwerkt/worden overgedragen wissen. Hof heeft vordering OvJ tot onttrekking aan het verkeer toegewezen. HR: hof heeft niet toereikend gemotiveerd waarom computerkast en iPad met overige verbeurdverklaarde voorwerpen behoorden tot “een gezamenlijkheid van voorwerpen met betrekking waartoe en met behulp waarvan strafbare feiten zijn begaan, terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang”. Volgt (partiële) vernietiging en verwijzing. Samenhang met 20/01580.
Partij(en)
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 20/00018 B
Zitting 30 maart 2021
CONCLUSIE
A.E. Harteveld
In de zaak
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
hierna: de betrokkene.
1. Inleiding
1.1.
1.2.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de betrokkene en mr. J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda, heeft één middel van cassatie voorgesteld.
2. Het middel
2.1.
Het middel klaagt dat het hof de Medion computerkast en de Apple iPad ten onrechte, althans ontoereikend gemotiveerd, heeft onttrokken aan het verkeer.
2.2.
De vordering tot onttrekking aan het verkeer houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende in:
“De officier van justitie in het bovengenoemde arrondissement,
gezien de stukken;
overwegende, dat in de onder het bovengenoemde parketnummer ingeschreven strafzaak, welke in eerste aanleg is vervolgd voor
(…)
de arrondissementsrechtbank te Breda
is inbeslaggenomen:
Vlgnr. Goednummer Omschrijving
1 G1600238 Medion computerkast
2 G1600241 HP Pavillion
3 G1643847 Samsung smartphone
4 G1643854 Harde schijf Seagate
5 G1643855 Apple iPad
6 G1644250 Apple iPhone 5s
7 G1644283 Asus laptop
8 G1642854 Harde schijf Seagate
9 G1644263 USB Kruidvat
10 G1644266 USB Kruidvat
11 G1671063 SD kaart 2GB
12 G1671066 USB stick Lexar
13 G1671068 USB stick Vahle
14 G1671069 USB stick zilver
15 G1671070 USB stick zwart
16 G1672893 Apple iPhone
dat (…)
het inbeslaggenome toebehoort aan:
[betrokkene], geboren [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats]
dat het inbeslaggenome vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer omdat:
(…)
met betrekking tot het inbeslaggenomene het strafbare feit is begaan;
met behulp van het inbeslaggenomene het strafbare feit is begaan of voorbereid;
(…)
dat het inbeslaggenomene van zodanige aard is, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang;
gezien de artikelen 36b, 36c 36d, van het Wetboek van Strafrecht en artikel 552f van het Wetboek van Strafvordering;
vordert dat
(…)
het gerechtshof ’s-Hertogenbosch
het inbeslaggenome aan het verkeer onttrokken zal verklaren.”
2.3.
Deze vordering is door het hof1.op 19 november 2019 in raadkamer behandeld. Het proces-verbaal van de behandeling in raadkamer houdt, voor zover van belang, het volgende in:
“De voorzitter deelt als volgt mede:
Op 15 februari 2019 is er namens de betrokkene een klaagschrift ingediend, strekkende tot teruggave van veertien in beslag genomen en nog niet teruggegeven goederen. Dit klaagschrift is door de raadkamer van dit hof op 20 mei 2019 in het openbaar behandeld. Vervolgens heeft het hof het onderzoek bij tussenbeschikking d.d. 17 juni 2019 heropend teneinde het openbaar ministerie de gelegenheid te geven om een vordering tot onttrekking aan het verkeer in te dienen met betrekking tot de in voornoemd klaagschrift genoemde apparatuur. Op 18 juli 2019 is de vordering van de officier van justitie tot onttrekking aan het verkeer ex artikel 552f van het Wetboek van Strafvordering bij het hof ingekomen. Deze vordering strekt, kort gezegd, tot onttrekking aan het verkeer van de in het klaagschrift genoemde apparatuur wegens strijd met de wet en/of het algemeen belang.
De raadsvrouw deelt als volgt mede:
(…)
Ik stel mij op het standpunt dat de in het klaagschrift genoemde apparatuur niet vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan niet in strijd is met de wet of het algemeen belang. Derhalve dient de vordering van de officier van justitie te worden afgewezen en dient het beklag gegrond te worden verklaard. Mocht uw hof van oordeel zijn dat de in het klaagschrift genoemde apparatuur wel vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, verzoek ik uw hof subsidiair dat de zich op de gegevensdragers bevindende persoonlijke gegevens van cliënt aan hem zullen worden teruggegeven, bijvoorbeeld door middel van een ‘schone’ USB-stick.
De advocaat-generaal deelt als volgt mede:
Het openbaar ministerie hanteert standaardbeleid voor gegevensdragers als de onderhavige en de gegevens die zich daarop bevinden. De apparatuur kan naar mijn mening niet aan de betrokkene worden teruggegeven, omdat het onduidelijk is wat voor gegevens zich daarop bevinden. Dit is bovendien niet uit te zoeken, omdat gegevens ook verborgen kunnen zijn. Het is voorts ondoenlijk om een bepaald aantal foto’s die zich op de gegevensdragers bevinden aan de betrokkene terug te geven, omdat in een foto ook weer een andere foto verborgen kan zitten. Teneinde te voorkomen dat foto’s die niet in het verkeer terecht mogen komen toch weer boven water komen stel ik mij op het standpunt dat het beklag ongegrond dient te worden verklaard en dat de vordering van de officier van justitie ex artikel 552f van het Wetboek van Strafvordering dient te worden toegewezen.
De raadsvrouw deelt als volgt mede:
Ik blijf bij mijn eerder ingenomen standpunt. Cliënt is geen professionele partij die kan uitpluizen welke gegevens eventueel verborgen kunnen zitten achter andere gegevens. Hij weet niet eens wat de mogelijkheden op dit gebied zijn. Hij wil gewoon wat gegevens terugkrijgen door middel van een ‘schone’ USB-stick. Bij dezen heb ik tevens gebruik gemaakt van mijn recht het laatst te spreken.”
2.4.
De bestreden beschikking houdt, voor zover hier van belang, het volgende in:
“Uit de gedingstukken en het verhandelde ter terechtzitting is het navolgende gebleken.
In de jaren 2016 en 2017 zijn op de voet van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering de in de vordering genoemde voorwerpen onder veroordeelde in beslag genomen.
Bij arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 17 december 2018 onder parketnummer 20-001606-17 is veroordeelde veroordeeld ter zake van:
- afdreiging, meermalen gepleegd (feit 1);
- verkrachting, meermalen gepleegd (feit 2);
- poging tot afdreiging, meermalen gepleegd (feit 3);
- computervredebreuk (feit 4);
- opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen/worden verwerkt/worden overgedragen wissen (feit 5).
Tegen dit arrest is geen beroep in cassatie ingesteld, zodat het arrest onherroepelijk is geworden en de strafzaak tot een einde is gekomen.
Voor de beantwoording van de vraag of de hiervoor genoemde voorwerpen onttrokken kunnen worden verklaard aan het verkeer gelden de bepalingen van de artikelen 36b, 36c en 36d van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 36b, eerste lid, onder 4°, van het Wetboek van Strafrecht geeft het openbaar ministerie de mogelijkheid om bij afzonderlijke vordering de onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen te vorderen.
De officier van justitie heeft in de vordering d.d. 18 juli 2019 aangegeven dat de in beslag genomen voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat (een aantal van) de strafbare feiten met betrekking tot deze voorwerpen zijn begaan dan wel omdat (een aantal van) de strafbare feiten met behulp van deze voorwerpen zijn begaan of voorbereid. Volgens de officier van justitie is het ongecontroleerde bezit van deze voorwerpen in strijd met de wet of het algemeen belang.
Het hof is - met de advocaat-generaal - van oordeel dat de hiervoor genoemde in beslag genomen voorwerpen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer. Het hof beschouwt deze voorwerpen als een gezamenlijkheid van voorwerpen met betrekking waartoe en met behulp waarvan strafbare feiten zijn begaan, terwijl het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.
Het hof zal de vordering tot onttrekking aan het verkeer toewijzen als na te melden.
BESLISSING:
Het hof:
Wijst toe de vordering van de officier van justitie tot onttrekking aan het verkeer.
Verklaart de volgende in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
- Medion computerkast (goednummer 1600238);
- (…)
- Apple iPad (goednummer 1643855);
(…)”
2.5.
Aan het middel is allereerst ten grondslag gelegd dat ten aanzien van de Medion computerkast en de Apple iPad uit de stukken van het geding niet blijkt van enige link met de feiten waarvoor de betrokkene is veroordeeld. Verder is aan het middel ten grondslag gelegd dat zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet kan worden gesteld dat deze goederen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
2.6.
Art. 36c Sr luidt als volgt:
“Vatbaar voor onttrekking aan het verkeer zijn alle voorwerpen:
1° die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het feit zijn verkregen;
2° met betrekking tot welke het feit is begaan;
3° met behulp van welke het feit is begaan of voorbereid;
4° met behulp van welke de opsporing van het feit is belemmerd;
5° die tot het begaan van het feit zijn vervaardigd of bestemd;
een en ander voor zover zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.”
2.7.
Uit de voorwaarde voor onttrekking aan het verkeer dat de desbetreffende voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang volgt dat het moet gaan om een voorwerp waarvan de aard relevant is in die zin dat het ongecontroleerde bezit, al dan niet in samenhang met het redelijkerwijze te verwachten gebruik daarvan, juist in verband met die aard in strijd is met de wet of het algemeen belang.2.Voorwerpen die op grond van hun individuele merites kunnen worden beoordeeld als ongevaarlijk, kunnen in gezamenlijkheid alsnog van dusdanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.3.Uit de beslissing van de feitenrechter moet op enigerlei wijze blijken dat er sprake is van een voorwerp dat op grond van art. 36c (en/of 36d) Sr vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer.4.De enkele vermelding dat het bewezenverklaarde is begaan met behulp van het genoemde voorwerp, zonder dat gemotiveerd is beslist dat het voorwerp een dusdanig aard heeft dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, is onvoldoende.5.
2.8.
In deze zaak heeft het hof overwogen dat het de in de vordering genoemde voorwerpen beschouwt als een gezamenlijkheid van voorwerpen met betrekking waartoe en met behulp waarvan strafbare feiten zijn begaan, waarbij het hof kennelijk het oog heeft op de in de strafzaak tegen de betrokkene bewezenverklaarde feiten.
2.9.
De vordering van de officier van justitie, het proces-verbaal van de behandeling in raadkamer en de bestreden beschikking houden echter niets in waaruit kan volgen dat de in de strafzaak bewezenverklaarde feiten zijn begaan met betrekking tot de Medion computerkast en de Apple iPad dan wel dat deze feiten met behulp van deze voorwerpen zijn begaan of voorbereid. De overige stukken van het geding houden met betrekking tot de Medion computerkast en de Apple iPad ook niet meer in dan dat zij onder de betrokkene inbeslaggenomen zijn. Gelet hierop acht ik het oordeel van het hof dat met betrekking tot en met behulp van de Medion computerkast en de Apple iPad strafbare feiten zijn begaan zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk.
2.10.
Verder stel ik vast dat het hof zijn oordeel dat het ongecontroleerde bezit van de in de vordering genoemde voorwerpen, die het beschouwt als een gezamenlijkheid van voorwerpen, in strijd is met het algemeen belang evenmin heeft gemotiveerd. Zonder nadere motivering komt het oordeel van het hof dat de Medion computerkast en de Apple iPad in gezamenlijkheid met de andere voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang mij echter niet begrijpelijk voor.6.
2.11.
Gelet op het voorgaande is het oordeel van het hof dat de Medion computerkast en de Apple iPad op grond van art. 36c Sr vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer niet zonder meer begrijpelijk.
2.12.
Het middel slaagt.
3. Conclusie
3.1.
Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
3.2.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden beschikking, maar uitsluitend wat betreft de beslissing over de Medion computerkast en de Apple iPad, en tot zodanige beslissing op grond van art. 440 lid 2 Sv als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 30‑03‑2021
HR 8 maart 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR7626.
Vgl. HR 7 december 1971, ECLI:NL:HR:1971:AB4090, NJ 1972/197.
HR 2 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:176.
HR 30 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:116, NJ 2018/147, m.nt. Mevis, en HR 17 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2644. Zie tevens de conclusie van mijn ambtgenoot Aben (ECLI:NL:PHR:2017:1070) voorafgaand aan dat arrest.
Vgl. HR 30 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:116, NJ 2018/147, m.nt. Mevis, en HR 1 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1901.