NJB 2014/1444
Opsporing door niet specifiek in de wet geregelde inzet van zogenoemde “stille sms”: in casu toepassing van deze methode op basis van art. 3 Politiewet 2012 toegestaan nu in het onderhavige geval het toezenden van de stille sms-berichten een beperkte inbreuk heeft gemaakt op grondrechten van de verdachte en niet zeer risicovol is geweest voor de integriteit en beheersbaarheid van de opsporing
HR 01-07-2014, ECLI:NL:HR:2014:1563
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 juli 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/04296
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Privacy / Algemeen
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1563, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑07‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:623, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑01‑2014
- Wetingang
Essentie
Opsporing door niet specifiek in de wet geregelde inzet van zogenoemde “stille sms”: in casu toepassing van deze methode op basis van art. 3 Politiewet 2012 toegestaan nu in het onderhavige geval het toezenden van de stille sms-berichten een beperkte inbreuk heeft gemaakt op grondrechten van de verdachte en niet zeer risicovol is geweest voor de integriteit en beheersbaarheid van de opsporing
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – 1. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in art. 2 onder B Opiumwet gegeven verbod; 2. medeplegen van om een feit, bedoeld in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.