Einde inhoudsopgave
Richtlijn 86/635/EEG betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 05-09-2006
- Bronpublicatie:
14-06-2006, PbEU 2006, L 224 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: 2006/46/EG)
- Inwerkingtreding
05-09-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2006, PbEU 2006, L 224 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: 2006/46/EG)
- Vakgebied(en)
Jaarrekening (V)
1.
De artikelen 2 en 3, artikel 4, leden 1 en 3 tot en met 6, de artikelen 6, 7, 13 en 14, artikel 15, leden 3 en 4, de artikelen 16 tot en met 21, de artikelen 29 tot en met 35, de artikelen 37 tot en met 41, artikel 42, eerste zin, de artikelen 42 bis tot en met 42 septies, artikel 45, lid 1, artikel 46, leden 1en 2, de artikelen 46 bis, 48 tot en met 50, 50 bis, 50 ter, 50 quater, de artikelen 51, lid 1, 51 bis, 56 tot en met 59, 60 bis, 61 en 61 bis van Richtlijn 78/660/EEG zijn van toepassing op de in artikel 2 van deze richtlijn bedoelde instellingen, tenzij in deze richtlijn anders is bepaald. Artikel 35, lid 3 en de artikelen 36, 37 en 39, leden 1 tot en met 4, van deze richtlijn zijn echter niet van toepassing op activa en passiva die overeenkomstig afdeling 7 bis van Richtlijn 78/660/EEG worden gewaardeerd.
2.
Wanneer in de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG wordt verwezen naar de artikelen 9,.10 en 10 bis (balans) of naar de artikelen 22 tot en met 26 (winst- en verliesrekening) van Richtlijn 78/660/EEG, dienen deze verwijzingen te worden aangemerkt als verwijzingen naar de artikelen 4 en 4 bis (balans), en naar de artikelen 2627 en 28 (winst- en verliesrekening) van de onderhavige richtlijn.
3.
Verwijzingen in de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG naar de artikelen 31 tot en met 42 van Richtlijn 78/660/EEG dienen te worden aangemerkt als verwijzingen naar deze artikelen met inachtneming van de artikelen 35 tot en met 39 van de onderhavige richtlijn.
4.
Wanneer de in dit artikel vermelde bepalingen van Richtlijn 78/660/EEG balansposten betreffen waarvoor in de onderhavige richtlijn geen equivalent voorkomt, dienen deze bepalingen te worden aangemerkt als betrekking hebbende op de posten van artikel 4 van de onderhavige richtlijn waarin de overeenkomstige vermogensbestanddelen voorkomen.